Begin november 1944 belanden de bevrijders en bezetters van Nederland in een patstelling. De grote rivieren vormen onneembare waterlinies. Aan weerszijden van dit nieuwe front worden dorpen en steden geëvacueerd en zwaar getroffen door beschietingen.

Na de mislukte Operatie Market Garden, verleggen de geallieerden hun aandacht naar de Schelde voor hun bevoorrading. Ze winnen de slag om Walcheren en rukken op in Brabant. Begin november staan ze aan de Maas en ten oosten van Heerewaarden aan de Waal. De strijdende partijen evacueren de lokale bevolking, grote delen van de Bommelerwaard en Altena zijn militair ‘Sperrgebiet’. De Waalbrug in Nijmegen leidt naar een geallieerd bruggenhoofd waar voortdurend schermutselingen zijn. De frontlinie snijdt er dwars door dorpen. Van de Betuwse bevolking blijven alleen 4000 mannen achter op het ‘manneneiland’.

Geallieerde troepen turen vanaf de Waaldijk bij Wamel naar de steenfabriek bij Echteld. (Gelders Archief)

Rivier als grens

Langs de grote rivieren ontspint zich een loopgravenoorlog die nog maanden zal duren. Over de dijken loeren de strijdkrachten naar elkaar. Artillerie en luchtaanvallen brengen over en weer grote verwoestingen; sluizen, bruggen, dijken en wegen zijn belangrijke militaire doelen. Plaatsen als Tiel, Wamel, Ammerzoden en Dussen lijden zwaar. De dorpen Heerewaarden en Alem liggen letterlijk tussen twee vuren. De enigen die de waterlinie durven oversteken, zijn verzetsmensen.

De Rijn tussen Arnhem (links) en Malburgen (rechts), met onder in beeld de fel bevochten Rijnbrug. Rondom liggen bomkraters. (Gelders Archief)

In de laatste oorlogswinter ligt de militaire focus in de Ardennen. Al die tijd is het rivierengebied een kil en stil niemandsland. Oogsten verdorren, soldaten maken de dienst uit. Pas in april 1945 is het de Prinses Irene Brigade die als eerste de Bommelerwaard in trekt, maar die aanval wordt na enkele dagen afgeblazen.

Oorlogsschade in Hedel, waar de Prinses Irene Brigade de Bommelerwaard in trekt in april 1945. (NIMH)

Bommen en granaten

75 jaar later vindt Waterschap Rivierenland nog regelmatig explosieven uit de oorlog. Bij dijkversterkingen en bij baggerwerk worden bommen of granaten gevonden. Dat vraagt soms om een bijzondere aanpak. Zoals in Tiel, dat als frontstad grotendeels werd verwoest. Toen de stadsgracht werd gebaggerd, gebeurde dat met een ‘bombox’: een baggerkraan in een stalen doos, om de omgeving te beschermen.

Water als wapen

De bevrijding van Nederland in 1944-1945 ging met horten en stoten; de grote rivieren vormden die winter de scheiding tussen bevrijd en bezet gebied. Het water als wapen liet sporen na in het huidige werkgebied van Waterschap Rivierenland. In drie verhalen kijken we terug.