1995! Waar was jij? Wat deed jij? Hoe kijk je erop terug? Geen periode als het hoogwater van 1995 is zo vormend geweest voor Waterschap Rivierenland. Het zorgen voor droge voeten. Het zit in ons DNA. Maar wat doe jij als waterschapper wanneer de dijken op breken staan of je moet evacueren? In deze serie volgen we tien collega’s die in 1995 erbij waren. Over hoe zij die periode hebben ervaren. Over wat hen voor altijd is bijgebleven. Hoe ‘1995’ het werk beïnvloedt. En wat ‘1995’ zegt over de toekomst van ons waterbeheer.

Kees Vonk
Toen: hoofd Waterbeheer bij Hoogheemraadschap Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
Nu: secretaris-directeur

Wat doet onze secretaris-directeur als het water aan de lippen staat? ‘Georganiseerd improviseren.’

Kees Vonk in de Centrale Regie Kamer (CRK), dat bij crisisbeheersing een centrale rol heeft.

1995

Een vormende tijd voor de secretaris-directeur van Waterschap Rivierenland is het hoogwater van 1995. Net als nu is hij als 35-jarige waterschapper operationeel leider en staat hij aan het hoofd van Operatie Raincoat. ‘De angst was dat de dijk bij Hardinxveld zou gaan doorbreken en dat het Kanaal van Steenenhoek de klap niet op kon vangen. Het idee was dat als we de kades langs het kanaal met plastic zouden inpakken, die beter bestand zouden zijn tegen het water.’
1995 is een goede leerschool geweest hoe we vandaag met crisisbeheersing omgaan. ‘Het maakte het belang van een goede crisisbeheersing duidelijk. Belangrijk bij een crisis is rolvastheid. Ten opzichte van collega’s en het bestuur, maar ook in verhouding tot de veiligheidsregio. Je moet als adviseur stevig in je schoenen staan. Dit betekent voorbereiding en elkaar ook goed kennen. Je wilt geen kennismakingsronde als er een crisis is.’

En niet alleen dat. Ten tijde van een crisis is het ook belangrijk dat een collega zich geen zorgen hoeft te maken over zijn of haar gezin. ‘Dat heeft prioriteit nummer één. Niemand kan aan het werk als er veel onduidelijkheid is over de veiligheid van het gezin of de familie. Je moet zorgen dat zij een veilig onderkomen hebben. Die aandacht zal altijd blijven.’
Want tijdens zo’n crisis als in 1995 sta je onder grote druk. ‘Je stond stijf van de adrenaline. Dag en nacht liepen door elkaar. Ik had het als een persoonlijk falen ervaren als het was fout gegaan. Al heb ik geen seconde gedacht: ‘Het gaat fout.’ Ik had oprecht het gevoel dat ik het maximale had gedaan. Je was moe maar met voldoening.’

Sentiment

Het hoogwater van 1995 hoort bij het rivierengebied en is een onderdeel van onze recente geschiedenis. Toch vindt Kees dat je niet op het ‘1995-sentiment’ moet teren. ‘Vlak na zo’n periode is er veel meer begrip voor de dingen die je doet. De bewoners begrepen veel beter de noodzaak van een dijkversterking. Maar die effecten duren geen jaren. Je moet oppassen dat het een soort van nostalgie wordt.’
Doorontwikkeling op de crisisorganisatie blijft daarom belangrijk. ‘Je moet voorbereiden op klimaatverandering. Er zullen meer crises komen en er zal meer samenloop zijn. De ontwikkeling staat daarom nooit stil. Ik denk dat dat we een kernteam moeten opzetten dat zich bezighoudt met de eerstelijns crisisbeheersing en als het ware 24/7 kan uitrukken.’ Kortom, verder professionaliseren en aansluiten bij de omgeving.

Ziel in de dijk

En de verre toekomst? ‘Ik hoop dat het rivierengebied over 150 jaar een heel mooi gebied is, van goede kwaliteit. Met de ziel terug in de dijk. Het is veiliger en mooier en de gevoelswaarde is groter dan ooit.’