De Linge boven Elst kreeg een nieuwe natuurvriendelijke oever. Dat helpt de natuur en ook goed waterbeheer. De Linge heeft hier meer ruimte om water te bergen bij hoosbuien.

Over een lengte van bijna 900 meter is de zuidelijke oever vergraven: van steil naar glooiend. Zo biedt de oever ruimte aan natte natuur, zoals riet en rietvogels. Bovendien heeft de Linge hier nu meer ruimte om water op te vangen bij hoosbuien. Met een veranderend klimaat zal dat vaker nodig zijn. De natuurvriendelijke oever ligt tegenover de Eerste Weteringsewal boven Elst, aan de rand van Park Lingezegen(externe link). Het park en de gemeente Overbetuwe maakten de ingreep mede mogelijk.

De aflopende oever aan de zuidzijde langs de Linge, rechts de Weteringsewal.

Gescheiden weteringen

De Linge is pas na Tiel een natuurlijke rivier met meanders. In de Overbetuwe is ze een gegraven kanaal. Tot 1952 lagen hier twee weteringen parallel aan elkaar, gescheiden door de smalle Weteringsewal. Het noordelijke kanaal was de Rijnwetering, het zuidelijke lag iets hoger en heette de Waalwetering. Omdat vanaf de Waal meer kwelwater komt, overstroomde deze wetering regelmatig naar de Rijnwetering. In 1952 werd de Waalwetering gedempt met de grond van de Weteringwal, de Rijnwetering werd verbreed. De gehele Linge kwam onder beheer van het speciale Waterschap van de Linge, dat later deel werd van Waterschap Rivierenland. Bij Elst is de Linge nu dus nog iets breder.

De vroegere smalle Weteringsewal is alleen nog herkenbaar bij een enkele brug, zoals tussen Zetten en Randwijk.

De brug over de Linge boven Zetten, met een restant van de oude Weteringsewal in het midden.

De natuurvriendelijke oever aan de Weteringsewal is mede mogelijk gemaakt door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling(externe link).