Het CDH is het dagelijks bestuur van het waterschap en is belast met de dagelijkse gang van zaken voornamelijk op basis van door het algemeen bestuur vastgesteld beleid. Iedere veertien dagen vergadert het dagelijks bestuur. Van die vergadering wordt een verslag gemaakt en over de besluiten wordt actief gecommuniceerd via de terugkoppeling, die enkele dagen na de vergadering verschijnt op de website en wordt toegezonden aan het algemeen bestuur.

In de vergadering van 6 augustus 2019 zijn de volgende besluiten genomen.

Voorstel:
Financieringsovereenkomst Europese Investeringsbank (EIB)

Besluit:
Het CDH heeft ingestemd met de Financieringsovereenkomst met de Europese Investeringsbank (EIB) tot een maximaal bedrag van € 100 miljoen voor de periode 2019-2023.

Context:

Waterschap Rivierenland heeft een grote investeringsopgave in onder meer waterveiligheid en waterketen. De investeringen worden geactiveerd en in een bepaalde periode afgeschreven. Financiering van de investeringen vindt plaats door het aantrekken van langlopende leningen op de financiële markten. Op basis van het financieringsstatuut 2014 van het waterschap worden bij het aangaan van een transactie meerdere partijen uitgenodigd om een aanbieding te doen. De lening wordt vervolgens afgesloten bij de partij met de economisch meest gunstige aanbieding, meestal de Nederlandse Waterschapsbank.

De Europese Investeringsbank (EIB), de bank van de Europese Unie (EU), biedt financiering (tegen gunstige voorwaarden) en expertise aan voor financieel gezonde en duurzame investeringsprojecten die bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de EU. De EIB heeft aangegeven graag investeringen in de publieke sector te willen (co) financieren. Hierbij wil de EIB maximaal een aandeel van 50% in de totale financiering nemen.

Om in aanmerking te komen voor financiering door de EIB, is in het afgelopen halfjaar een strikte beoordelingsprocedure met succes doorlopen. De financieringsovereenkomst past binnen het bij de begroting 2019 door het algemeen bestuur (AB) afgegeven mandaatbesluit. Het besluit luidt:

"Ter dekking van de financieringsbehoefte op grond van artikel 9 van het Financieringsstatuut het College van Dijkgraaf en Heemraden te machtigen tot: Het afdekken van de meerjarige financierings­behoefte door middel van het aangaan van langlopende leningen voor de jaren 2019 tot en met 2023 tot een bedrag van maximaal € 207 miljoen met een looptijd tot maximaal 15 jaar en tegen een rentepercentage van maximaal 1,2%".

Ter verduidelijking: In het mandaatbesluit wordt abusievelijk verwezen naar artikel 9 van het Finan­cieringsstatuut. Hiermee wordt bedoeld artikel 9 van de Verordening Beleids- en Verant­woordings­functie Waterschap Rivierenland in samenhang met paragraaf 3.2.1. van het Financieringsstatuut.

Met het aangaan van de financieringsovereenkomst met de EIB maakt het CDH gebruik van het door het AB verstrekte mandaat.

Vervolgproces:

Voorwaarde voor het afsluiten van de Financieringsovereenkomst met de EIB is onder meer het onvoorwaardelijke positieve advies van de ondernemingsraad van ons waterschap. Het "aantrekken van een belangrijk krediet ten behoeve van de onderneming" is een voorgenomen besluit van de het waterschap (de ondernemer)) volgens artikel 25, lid 1, sub i van de Wet op de Ondernemingsraden. De OR geeft een onvoorwaardelijk positief advies betreffende de onder de financierings­overeenkomst met de EIB te verstrekken financiering.
Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:

Het college van dijkgraaf en heemraden op basis van het mandaatbesluit afgegeven bij de begroting 2019.

De kaders waarbinnen de financieringstransacties uitgevoerd moeten worden, liggen vast in de begroting. Met de vaststelling van de begroting geeft het algemeen bestuur aan het college van dijkgraaf en heemraden de speelruimte waarbinnen transacties gedurende het begrotingsjaar mogen worden uitgevoerd. Voor de uitvoering van transacties die buiten dit mandaat vallen, zal middels een apart besluit van het algemeen bestuur vooraf toestemming moeten worden verleend. Daarvan is hier geen sprake.

Het college van dijkgraaf en heemraden mandateert het afsluiten van de feitelijke transacties op grond van de in de begroting opgenomen financieringsparagraaf aan de leden van de directieraad.

Portefeuillehouder:
G.V. den Hartog

Voorstel:
Evaluatie waterschapsverkiezingen 2019

Besluit:
De evaluatie van de organisatie van de waterschapsverkiezingen 2019 voor kennisgeving aangenomen. Nagegaan wordt nog of onder de nieuwe burgerleden ook personen aan de cursus “Actief voor het waterschap” hebben deelgenomen. Dit zal bij een positief antwoord worden opgenomen in het voorstel.

Context:
Op 20 maart 2019 vonden de verkiezingen plaats voor de algemene besturen van de waterschappen, gelijktijdig met de verkiezingen voor Provinciale Staten. De praktische uitvoering van de waterschapsverkiezingen, waaronder de stemming en de tellingen, lag bij de gemeenten. Daarnaast heeft de Unie van Waterschappen een aantal organisatorische zaken landelijk opgepakt, zoals de aanbesteding van de stemwijzer en de communicatiecampagne.

De individuele waterschappen hebben ook een actieve rol bij de verkiezingen gehad. Onder de verantwoordelijkheid van de waterschappen vielen de kandidaatstelling, de vaststelling van de verkiezingsuitslag, de ondersteuning van de benoemingen voor de geborgde zetels en de installatie en het introductieprogramma van het nieuwe bestuur. Daarnaast was de regionale communicatie een belangrijke taak van het waterschap. Deze was aanvullend op de landelijke communicatie vanuit de Unie, met als doel zo veel mogelijk kiesgerechtigden naar de stembus te krijgen en de zichtbaarheid van het waterschap te bevorderen.

In het AB-voorstel over de waterschapsverkiezingen van 28 september 2018 zijn de volgende doelen omschreven:

  • een vlekkeloos en rechtmatig verloop van de verkiezingen
  • een opkomst die minstens zo hoog zou liggen als vier jaar geleden (dat was 45,3%)
  • naamsbekendheid en zichtbaarheid vergroten van het waterschap en het waterschapswerk

Hoewel niet alles exact meetbaar is, wordt geconcludeerd dat de gestelde doelen zijn gehaald. Het proces rondom de verkiezingen is goed verlopen. De opkomst was met 53,5% van de kiesgerechtigden hoger dan de vorige keer. De koppeling aan de provinciale verkiezingen werkt positief. Ook de landelijke en regionale aandacht en de positief ingestoken campagne hebben zeker bijgedragen aan het opkomstpercentage en de zichtbaarheid van het waterschapswerk.

Het beschikbaar stellen van het krediet is gemandateerd aan de directieraad. De hoogte van het krediet voor het project Waterschapsverkiezingen 2019 is bepaald op € 1.055.000, overeenkomstig de begroting 2019,
De werkelijke uitgaven bedroegen in totaal ca. € 900.000, dat is ca. € 155.000 minder dan het beschikbare krediet.

Vervolgproces:
In dit voorstel wordt op hoofdlijnen het verloop geëvalueerd van de waterschapsverkiezingen bij Waterschap Rivierenland. Daarnaast zijn er meer gedetailleerde evaluaties opgesteld, zodat we bij de volgende verkiezingen goed gebruik kunnen maken van de ervaringen van deze verkiezingen.
Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
De evaluatie zal aan het Algemeen bestuur worden aangeboden

Portefeuillehouder:
J.C. Verdaas

Voorstel:

Startnotitie Waterbeheerprogramma 2022-2027

Besluit:
Het CDH stemt in met de startnotitie als richtinggevend en kaderstellend document voor het opstellen van het Waterbeheerprogramma 2022-2027.

Context:
Het Waterbeheerprogramma is het centrale beleidsdocument van het waterschap en is koersbepalend voor de taakuitvoering. De planperiode van het huidige Waterbeheerprogramma 2016-2021 'Koers houden, kansen benutten' loopt af in 2021. Daarom starten we nu met het opstellen van een nieuw waterbeheerprogramma (WBP) voor de planperiode 2022-2027. Het onlangs vastgesteld bestuursakkoord is daarbij leidend uitgangspunt.

Om richting te geven aan het opstellen van een nieuw Waterbeheerprogramma 2022-2027 is een startnotitie opgesteld.

Vervolgproces:

Datum

Wie

Wat

Waarom

Watervisie:

9 september  2019

AB

Watervisie Werkatelier

Toelichting proces, Informatie

Oktober 2019

(optioneel)*

AB

Watervisie Werkatelier

informatie

Februari 2020

Commissie

Watervisie

Bespreking

Februari 2020

AB

Watervisie vaststelling

Besluitvorming

WBP:

September 2019

Commissies

WBP Startnotitie

Bespreking

September 2019

AB

WBP Vaststelling startnotitie

Besluitvorming

Juni 2020

Commissie

WBP Stand van zaken

Informatie

Juni 2020

AB

WBP variantendiscussie

(voorkeurspakket)

Consultatie

November 2020

AB

WBP

Vaststelling ontwerp               

Besluitvorming

Najaar 2021

AB

WBP

Vaststelling definitief

Besluitvorming

KRW Rivierenlandplan 3:

November 2019

Commissie

KRW Stand van zaken en proces

Informatie

Voorjaar 2020

Commissie

Doelen en maatregelpakketten

Consultatie

September 2020

AB

KRW Rivierenlandplan 3, vaststelling ontwerp

Besluitvorming

Najaar 2021

AB

KRW Rivierenlandplan 3, vaststelling definitief plan

Besluitvorming

*aan het Overleg fractievoorzitters/dijkgraaf wordt voorgesteld dit jaar een 2e sessie te beleggen

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
Het Algemeen Bestuur

Portefeuillehouder:
H.A. Driessen

Voorstel:

Procesvoorstel bestuurlijke besluitvorming Regionale Energie Strategie (RES)

Besluit:
De beschikbare startnotities RES vaststellen onder voorbehoud van instemming van het Algemeen Bestuur met het voorgestelde besluitvormingsproces. Het is het college van dijkgraaf en heemraden duidelijk dat deze stukken nog op onderdelen aangepast kunnen worden vanwege de uitkomst van de besluitvorming bij andere partijen. Over dit onderwerp komt geen presentatie in de commissie Waterketen.

Context:

Op 28 juni 2019 is het definitieve klimaatakkoord door de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en het kabinet gepresenteerd. Hierin is onder meer opgenomen dat 30 regio's in Nederland zogenaamde "regionale energiestrategieën" (RES-sen) gaan opstellen. Waterschap Rivierenland is betrokken bij 6 RES-regio's.

In een RES-regio werken overheden en netbeheerders samen met maatschappelijke partners, het bedrijfsleven en waar mogelijk bewoners om tot een regionaal gedragen inpassing van hernieuwbare energieopwekking, warmte(rest)bronnen en bijbehorende infrastructuur te komen. De RES sluit daarmee aan op de plannen en ambities van Waterschap Rivierenland op lokaal en regionaal niveau.

Uit de RES-en volgen kansen voor o.a. aquathermie die op lokaal niveau verder worden uitgewerkt en waarmee het waterschap zich maatschappelijk kan positioneren.

De deelname van Waterschap Rivierenland aan de RES-sen volgt uit de reeds gemaakte afspraken vanuit het Interbestuurlijke Programma (IBP) van februari 2018. Hier hebben de koepels (IPO, VNG, UvW en Rijk) afgesproken een meerjarige programmatische nationale aanpak met landsdekkende regionale energiestrategieën (RES-en) uit te werken om te kunnen voldoen aan de nationale doelstelling van 49% CO2 reductie in 2030.

Vervolgproces:
De formele start van het RES-proces is gekoppeld aan de ondertekening van het Klimaatakkoord (KA). De verwachte ondertekening van het definitieve Klimaatakkoord is in oktober 2019. Met deze adviesnota wordt een besluitvormingsproces voorgesteld waarbij de eindproducten van de RES-en door het Algemeen Bestuur en de overige producten door het College van Dijkgraaf en Heemraden worden vastgesteld.
Er zijn drie fasen te onderscheiden in het proces om tot een RES te komen:
Fase 1: De fase om te komen tot een bestuurlijke opdracht voor opstellen van een RES: de Startnotitie
Fase 2: De fase om te komen tot een ontwerp RES en concept bod voor duurzame elektriciteit.
Fase 3. De fase om te komen tot een definitief RES 1.0 en definitief bod voor duurzame elektriciteit.
Na deze drie fasen volgt een implementatiefase (fase 4) om de genoemde activiteiten en projecten te borgen in het omgevingsbeleid en te realiseren. De RES moet elke twee jaar worden geactualiseerd

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:

Algemeen Bestuur

Portefeuillehouder:
H. van ’t Pad

Voorstel:
Vaststelling Projectplan Waterwet Dijkversterking Vianen (HWBP)

Besluit:

Het Projectplan Waterwet Dijkversterking Vianen d.d. 4 juli 2019 is vastgesteld

Het Projectplan Waterwet Dijkversterking Vianen d.d. 4 juli 2019 wordt ter goedkeuring

aangeboden aan Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht.

Context:

Uit de Landelijke Rapportage Toetsing uit 2011 is gebleken dat een dijktraject van 600 meter bij Vianen niet aan de normen voldeed. Hiervoor is het dijkversterkingsproject Vianen opgenomen in het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Voordat de dijkversterking gerealiseerd kan worden, stelt het waterschap een projectplan op in het kader van de Waterwet. In het projectplan worden de uitvoeringsmaatregelen beschreven en uitgewerkt. Belangrijkste onderliggende producten van het projectplan zijn het Voorlopig Ontwerp (VO), het m.e.r.-beoordelingsbesluit van de provincie Utrecht, het Grondaankoopplan en een Vergunningenplan.

Met het opstellen en in procedure brengen van dit projectplan wordt de keuze voor het voorkeursalternatief wettelijk geformaliseerd en wordt voldaan aan de verplichtingen uit de Waterwet.

Op 12 maart 2019 heeft uw college het ontwerp-projectplan vastgesteld en heeft het voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. In deze periode zijn er geen zienswijze ingediend.

Vervolgproces:

Dit voorstel zal aan het Algemeen Bestuur worden voorgelegd

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
Het Algemeen Bestuur neemt uiteindelijk het besluit
Het Projectplan Waterwet Dijkversterking Vianen wordt ter goedkeuring aangeboden aan Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht.

Portefeuillehouder:
H. Roorda

Voorstel:
Ontwerpuitgangspunten Primaire Waterkeringen 2019 (OPW2019)

Besluit:
Besloten is:

-        De "Ontwerpuitgangspunten Primaire Waterkeringen 2019" (OPW2019) vast te stellen en als uitgangspunt te hanteren voor de dijkversterkingen in het kader van het Hoogwater­beschermingsprogramma.

-        De OPW2016 te laten vervallen.

Kennis is genomen van onderliggende notities verbonden aan het OPW:

-        Notitie medegebruik waterkeringen

-        Notitie bekledingen binnen- en buitentalud

-        Notitie kabels en leidingen in dijkversterkingsprojecten

Context:
Waterschap Rivierenland heeft de taak om de primaire waterkeringen (dijken) vóór 2050 aan de normering te laten voldoen. In deze periode tot 2050 zal het merendeel van de primaire waterkeringen worden versterkt. Waterschap Rivierenland heeft eind 2018 kostenramingen gemaakt voor grote projecten langs de noordoever van de Waal. Daarmee heeft Waterschap Rivierenland meer duidelijkheid gekregen over de doorwerking van de nieuwe normering voor waterveiligheid en de daaruit voort­vloeiende versterkingsopgave. Bij twee van deze projecten (Gorinchem - Waardenburg en Tiel-Waardenburg) was de raming behorende bij het detailniveau van het Voorkeursalternatief een factor twee tot drie hoger dan waarmee in de programmering 2019-2024 rekening is gehouden. In het voorjaar van 2019 heeft Waterschap Rivierenland samen met het landelijke HWBP-bureau geanalyseerd waarom de ramingen hoger zijn. Deze tijd is ook benut om optimalisaties te vinden in techniek, inpassing en beleid en deze te verwerken in het OPW2019.

Over dit onderwerp heeft afstemming plaatsgevonden met het bureau van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).

Samenvatting

Actualisatie van de ontwerpuitgangspunten Primaire waterkeringen is nodig om nieuwe inzichten te borgen in beleid en uitvoering. De voornaamste wijzigingen en de te verwachte consequenties ten aanzien van de OPW 2016 zijn:

1.      Medegebruik van stabiliteitsbermen

2.      Eigendommenbeleid

3.      Kabels en leidingen

4.      Overslagdebiet

5.      Hoogte en piping - Adaptieve strategie

6.      Compensatie van status natuur op buitentalud in de vorm van kruidenrijk grasland

Vervolgproces:
De bestuurlijke omgeving wordt geïnformeerd over de wijzigingen doorgevoerd in het ontwerpuitgangspunten via de gebruikelijke kanalen. De communicatie naar de omgeving zal project overstijgend worden gecoördineerd. Zo komt dit onder andere aan bod bij de bestuurlijke begeleidingsgroepen van de HWBP-projecten. Daarnaast wordt de programmadirectie HWBP schriftelijk geïnformeerd.

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
Het Algemeen Bestuur

Portefeuillehouder:
H. Roorda




 

Voorstel:
Ter beschikking stellen van een auto aan twee leden van het college van dijkgraaf en heemraden

Besluit:

- Aan twee leden van het college van dijkgraaf en heemraden wordt een auto ter beschikking gesteld die kan worden gebruikt voor zakelijke doeleinden;

- Deze auto’s mogen ook voor andere dan zakelijke doeleinden worden gebruikt;

- Voor het gebruik van deze auto’s voor andere dan zakelijke doeleinden betaalt betrokkene een

   eigen bijdrage per maand aan het waterschap overeenkomstig de berekening in artikel 4.8 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Context:
Met ingang van 28 maart 2019 is het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers van kracht. In deze regelgeving zijn de rechtspositieregels van alle voorzitters, dagelijks bestuurders en volksvertegenwoordigers van o.a. de waterschappen in één besluit en één regeling samengevoegd. De regeling ziet toe op beloning, vergoedingen, waarneming etc. van leden van het algemeen bestuur, voorzitter en leden van het dagelijks bestuur en commissieleden. Ook het ter beschikking stellen van een auto aan de dijkgraaf en de heemraden is daarin geregeld. Voor heemraden is dat nieuw en was dat voorheen niet mogelijk.

Het ter beschikking stellen van een auto is geregeld in artikel 4.2.10 van het hiervoor genoemde rechtspositiebesluit. Lid 1 van dit artikel schrijft voor dat het dagelijks bestuur aan de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur ten laste van het waterschap een auto ter beschikking kan stellen.

Daarbij moet het volgende worden bepaald:

-      De ter beschikking gestelde auto kan ook voor andere dan zakelijke of bestuurlijke doeleinden (privé) worden gebruikt (lid 5);

-      Voor het gebruik van de auto voor andere dan zakelijke of bestuurlijke doeleinden betaalt de dijkgraaf en de heemraden een eigen bijdrage per maand aan het waterschap.

De wijze waarop de eigen bijdrage moet worden berekend, is vastgelegd in de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers (artikel 4.8).

Vervolgproces:

geen

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
Het college van dijkgraaf en heemraden ter uitvoering van de landelijke rechtspositieregeling.

Portefeuillehouder:
G.V. den Hartog




 

Voorstel:
Integrale aanpak medicijnresten en KRW bij rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) Groesbeek

Besluit:

Ingestemd met de voorgestelde aanpak bij de rwzi Groesbeek:

1)      De fosfaatlozing van rwzi Groesbeek verminderen. Dat doen we door het bestaande zuiveringsproces te optimaliseren.

2)      De rwzi voorzien van aanvullende zuiveringstechnologie die gericht is op het verwijderen van medicijnresten uit afvalwater. Daarmee verhogen we het zuiveringsrendement voor medicijnresten tot circa 70 á 80%.

3)      Een lokale ketenaanpak voor medicijnen. We gaan in gesprek met lokale zorgprofessionals. Doel is om de lozing van medicijnresten op het riool te verminderen.

-        In te stemmen met het opnemen van circa € 896.000,--aan totale netto kosten in de begroting 2020 voor het verwijderen van medicijnresten op de rwzi Groesbeek voor een periode van 10 jaar.

Na opname van de benodigde middelen in de begroting wordt het voorstel ter besluitvorming voorgelegd aan het AB.

Context:

In water bevordert fosfaat, samen met andere voor algenbloei nodige elementen, de groei van algen, die soms daardoor zeer uitbundig kan zijn. Na het afsterven van de algen is zuurstof nodig om deze af te breken en biomassa weer om te zetten in kooldioxide en water. Zuurstof lost echter niet snel op in water zodat in het water vervolgens een zuurstoftekort ontstaat,

De Nederlandse bevolking gebruikt steeds meer medicijnen. De resten daarvan komen in het riool en daarna in sloten en rivieren terecht. Dat is slecht voor het waterleven en lastig voor de bereiding van drinkwater.

Een ketenaanpak is dat er afspraken gemaakt worden met ziekenhuizen, artsen, zorginstellingen, farmacie etc.

Mooier en schoner water is wat we willen bereiken in het beekdal bij Groesbeek. Ten behoeve van de KRW(KaderRichtlijnWater)-doelen zijn maatregelen nodig om de waterkwaliteit te verbeteren en er zitten relatief veel medicijnresten in het water. Er kan door dit besluit worden gestart met de nadere uitwerking van de maatregelen.

De aanpak geeft invulling aan de volgende bestuurlijke doelen:

Bestuursakkoord: het beekdal Groesbeek kan worden gezien als één van de iconen van ons beheergebied. Dat maken we (be)leefbaarder, schoner en mooier. De maatregelen dragen bij aan het realiseren van de KRW-doelstellingen en aan het reduceren van nieuwe stoffen in het watersysteem, zoals medicijnresten. De aanpak kenmerkt zich door slim en kosteneffectief werken.

Visie duurzaam en doelmatig zuiveren: een uitdaging voor Waterschap Rivierenland is dat we in de periode tot en met 2021 alle emissies uit de waterketen die een knelpunt vormen, gaan reduceren tot een acceptabel niveau. Het gaat om het tijdig reduceren van emissies van effluenten van rioolwaterzuiveringsinstallaties die een belemmering vormen voor de gewenste oppervlaktewaterkwaliteit (KRW-doelstellingen).

Vervolgproces:
De fosfaatlozing van rwzi Groesbeek verminderen.

Start voorbereiding in 2019

Realisatie en start pilotfase 2020

Afronding in 2021. Daarna is sprake van een nieuwe normale beheersituatie.

Extra medicijnresten verwijderen op de rwzi

Start voorbereiding in 2019

Aanvragen bijdrage Rijk, ontwerp en aanbesteden installatie in 2020

Oplevering installatie, in bedrijf stellen en start van demo-fase in 2021

Demo-periode eindigt in 2030 (Voorwaarde voor bijdrage van Rijk is dat installatie minimaal 10 jaar in bedrijf blijft)

Lokale ketenaanpak voor medicijnen.

Start voorbereiding in 2019

Uitvoering in periode 2020-2022

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
Het Algemeen Bestuur.

Portefeuillehouder:
H. van ‘t Pad

Voorstel:
Update Regeling uitvoering eigendommenbeleid 2019

Besluit:

Er is besloten tot:

-       Het nader uitwerken van het gebruik en verkoop van dijkmagazijnen;

-        een betere afweging bij grondverkoop om andere taken/doelstellingen van andere overheden hierbij te betrekken;

-        toevoeging werkwijze zonnepanelen/windturbines;

-        het aanpassen en uitbreiden van de bestaande tarievenlijst;

-        het breder inzetten van de bestaande behandelvergoeding.

Context:
Na de implementatie van de 'regeling uitvoering eigendommenbeleid' eind 2018 zijn dit jaar diverse ervaringen opgedaan. Op basis hiervan is de behoefte ontstaan tot enkele praktische aanpassingen en aanvullingen van deze uitvoeringszaken. Het betreft een beleidsmatige wijzigingen. 

Het betreft de volgende aanpassingen:

- het nader uitwerken van het gebruik en verkoop van dijkmagazijnen

In de huidige regeling is het gewenste gebruik van dijkmagazijnen beperkt beschreven. Voorgesteld wordt om dijkmagazijnen alleen voor opslag te gebruiken. Alleen voor bestaande situaties waar het gebruik afwijkt van deze doelstelling, bijvoorbeeld musea, tenttoonstellingen of een atelier, wordt dit gebruik akkoord bevonden en eventueel gecontinueerd bij een nieuwe gebruiker.

Dijkmagazijnen worden verkocht wanneer er geen waterstaatkundige of cultuurhistorische belangen bestaan.  

- toevoeging werkwijze zonnepanelen/windturbines

De werkwijze rondom zonnepanelen en windturbines ontbreek in de huidige regeling. Voorgesteld wordt om de volgende werkwijze te introduceren.

Het waterschap heeft diverse gronden voor de taakuitoefening in eigendom. Het plaatsen van zonnepanelen/windturbines op deze gronden is niet mogelijk, tenzij hiervoor door het waterschap een vergunning kan worden verleend en er daarnaast vanuit het eigendomsrecht geen belemmeringen bestaan. Immers zal het waterschap ook privaatrechtelijk toestemming moeten geven voor het gebruik van de grond en dient verzoeker een opstalrecht tegen een vastgestelde vergoeding en tegen een vooraf bepaalde periode met het waterschap vast te leggen.

- het aanpassen en uitbreiden van de bestaande tarievenlijst

Voorgesteld wordt de tarievenlijst op onderdelen aan te passen. Het betreft een nadere uitwerking en specificatie van tarieven zodat de tarieven beter aansluiten bij de betreffende situatie. Hiermee ontstaat een meer reële en zorgvuldigere situatie. Het huren van grond ten behoeve van tuin kost bijvoorbeeld 4 euro per meter per jaar. Wanneer dit schuin talud betreft is een tarief van 50 cent per meter per jaar reëler gezien de beperkte mogelijkheden. Ook voor beduikerde watergangen is het tarief vanwege de beperking in mogelijkheden verminderd.

Ook wordt voorgesteld om de tarievenlijst uit te bereiden met standaardtarieven voor aan- en verkoop van gronden. Deze uitbreiding zorgt ervoor dat in sommige standaardsituaties geen (dure) taxaties meer nodig zijn en een dossier sneller, efficiënter en eenduidiger kan worden afgehandeld.

- het breder inzetten van de bestaande behandelvergoeding

De bestaande behandelvergoeding wordt alleen ingezet bij het verkopen van grond wanneer het waterschap geen belang heeft. Voorgesteld wordt om de behandelvergoeding ook te introduceren bij het vestigen van een zakelijk recht of een verzoek tot verjaring. Hiermee ontstaat een bepaalde afweging voor klant voorafgaande aan het starten van een zaak. Getracht wordt om dossier van zeer minimale omvang hiermee te voorkomen zodat er meer aandacht kan worden besteed aan de zaken die er toe doen. Diverse andere waterschapen hanteren ook een dergelijke behandelvergoeding en hebben goede ervaringen hiermee.

Vervolgproces:

De regeling uitvoering eigendommenbeleid 2019 wordt op 27 september behandeld in het Algemeen Bestuur en daarna op de website gepubliceerd. Tevens zal een toelichting hierbij worden gegeven door middel van vraag en antwoord.

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
Het Algemeen Bestuur op 27 september.

Portefeuillehouder:

G.V. den Hartog

Voorstel:
Wijziging van de paragraaf 2.4. "Waterkering" van de Regeling uitvoering eigendommenbeleid 2018

Besluit:
Besloten om de wijziging van paragraaf 2.4 Waterkering van de Regeling uitvoering eigendommenbeleid 2018 vast te stellen. Ingangsdatum na vaststelling van de Ontwerpuitgangspunten Primaire Waterkeringen 2019 (OPW 2019)

De gewijzigde Regeling uitvoering Eigendommenbeleid 2018 wordt ter informatie meegezonden aan het AB als één van de onderliggende notities bij  het bestuursvoorstel ter vaststelling van de Ontwerpuitgangspunten Primaire Waterkeringen (OPW 2019).

De Regeling uitvoering eigendommenbeleid wordt als volgt gewijzigd: 

A. Paragraaf 2.4 "Waterkeringen" van de Regeling uitvoering eigendommenbeleid wordt vervangen door een gewijzigd besluit.

B. Bijlage 2 "Principetekeningen met bepaling waterstaatswerk en eigendomssituatie" wordt toegevoegd.

C. De wijziging met terugwerkende kracht in werking te laten treden op 1 januari 2019.

In de gewijzigde Regeling uitvoering eigendommenbeleid wordt een nadere invulling gegeven aan het eigendommenbeleid specifiek gericht op de verwerving en beheer van eigendommen van primaire waterkeringen

Context:
Waterschap Rivierenland heeft in 2018 het eigendommenbeleid vastgesteld. Het eigendommenbeleid is erop gericht om de diversiteit aan eigendommen gestructureerd en transparant te kunnen beheren om de primaire taakuitoefening mede mogelijk te maken. Hiervoor streeft het waterschap naar een uniforme, actuele, doelmatige en verantwoorde wijze. Het eigendommenbeleid omvat de onroerende zaken die het waterschap in eigendom wil verwerven, heeft of wil verkopen en geldt voor het gehele beheersgebied van Waterschap Rivierenland. In het eigendommenbeleid is gefocust op strategische uitgangspunten.

Specifiek voor de dijkversterkingstrajecten zijn in de Regeling uitvoering eigendommenbeleid 2018 nadere uitgangspunten vastgelegd over de grondverwerving bij dijkversterkingsprojecten (paragraaf 2.4).

Ontwikkelingen en verbeterpunten uit de ervaringen met de dijkversterking van de afgelopen jaren en aanpassingen in de Ontwerpuitgangspunten Primaire Waterkeringen (OPW 2019) zijn aanleiding om de Regeling uitvoering eigendommenbeleid 2018, onderdeel dijkversterkingen/primaire waterkeringen te actualiseren en aan te passen. Het betreft hier slechts de uitwerking van het reeds vastgestelde beleid.

Vervolgprocedure:
bij toekomstige grondverwerving en het beheer cab eigendommen van primaire waterkeringen is deze regeling uitgangspunt

Wie neemt het uiteindelijke besluit:
College van Dijkgraaf en Heemraden aangezien het uitvoeringsbeleid betreft. Maar niet nadat de gewijzigde OPW 2019 door het Algemeen Bestuur is vastgesteld.

Portefeuillehouder:
H. Roorda

Voorstel:

Stand van zaken implementatie Omgevingswet

Besluit:
Voor kennisgeving aannemen

Context:
De Omgevingswet treedt op 1-1-2021 in werking. De Omgevingswet heeft als doel een gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit in stand te houden en te bereiken. De wet­gever wil doelmatig beheer en gebruik van die fysieke leefomgeving voor maatschappelijke functies realiseren. In het Bestuursakkoord op hoofdlijnen 2019-2023 onderstreept het bestuur het belang van de Omgevingswet en de wens om koers te zetten naar een duurzame en waterinclusieve leef­omgeving. Met deze notitie starten we graag het gesprek met het bestuur over de implementatie van de Omgevingswet voor Waterschap Rivierenland. Een belangrijke verandering die deze bestuurs­periode wordt doorgevoerd. De invoering van de Omgevingswet gaat verder dan enkele juridische en digitaliseringsprojecten. Deze transitie raakt vele onderdelen, werkprocessen en mensen in onze organisatie. Zowel op beleids­niveau als bij planvorming is vroegtijdige afstemming met onze partners van belang om de waterbelangen te borgen en ligt het initiatief voor planontwikkeling vaker bij (particuliere) initiatief­nemers (dit vraagt een andere houding en betrokkenheid). Ook zien we dat het zwaartepunt ver­schuift van handhaving naar toezicht en de dienstverlening dient op alle vlakken gedigitaliseerd en verbeterd dient te worden (snellere processen, meer gebruiksgemak voor ‘de klant’). Het ligt voor de hand om dit programmatisch aan te sturen en via programmasturing de voortgang, kwaliteit, in­houde­lijke samenhang en het realiseren van een gedragsverandering in de organisatie te coördi­neren.

Waterschap Rivierenland werkt in 2025 naar de geest van de Omgevingswet. We zijn dan een klantgedreven organisatie die optimaal bijdraagt aan doelen voor de leefomgeving

Vervolgprocedure:

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
Het memo geeft een procesaanpak aan. Diverse gremia nemen op verschillende niveaus beslissingen. Van een beslissing is nu nog geen sprake

Portefeuillehouder:
J.C. Verdaas als coördinerend portefeuillehouder

Voorstel:

Controleprotocol Accountantscontrole Jaarrekening 2019 Waterschap Rivierenland

Besluit:

1.      Het Controleprotocol accountantscontrole jaarrekening 2019 Waterschap Rivierenland (incl. bijlagen 1 t/m 3) vast te stellen

2.      Het Controleprotocol accountantscontrole jaarrekening 2018 Waterschap Rivierenland (incl. bijlagen 1 t/m 3) in te trekken.

Context:
Een financiële verantwoording moet rechtmatig te zijn, ofwel het moet voldoen aan de financiële externe en interne wet- en regelgeving. De term 'financiële' rechtmatigheid heeft betrekking op de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties (financiële beheerhandelingen). De rechtmatigheid is geborgd als de financiële beheerhandelingen in overeenstemming zijn met de begroting en de van toepassing zijnde (externe- en interne) wet- en regelgeving.

De accountant beoordeelt, als onderdeel van de controle van de jaarrekening, of WSRL de rechtmatigheid heeft geborgd en getoetst voor zover het gaat om beheerhandelingen met financiële consequenties. Het oordeel wordt opgenomen in de controleverklaring bij de financiële verantwoording. Ten behoeve van de controle van het aspect rechtmatigheid door de accountant moet WSRL beschikken over een actueel controleprotocol en bijbehorend normenkader voor wet- en regelgeving.

Controleprotocol

Om de accountantscontrole op rechtmatigheid mogelijk te maken stelt het Algemeen Bestuur zowel de 'Controleverordening waterschap Rivierenland 2009' (geldend vanaf 1-1-2009) als het 'Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van Waterschap Rivierenland' (inclusief normenkader) vast.

In het controleprotocol worden aan de accountant nadere aanwijzingen gegeven over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de te hanteren goedkeuring- en rapporteringtolerantie bij de controle van de jaarrekening.

Het controleprotocol voor 2019 is ten opzichte van 2018 op de volgende onderdelen gewijzigd:

*             Het bij het controleprotocol behorende normenkader, met de van toepassing zijnde financiële wet- en regelgeving, is geactualiseerd op basis van de aanpassingen in de wet- en regelgeving met peildatum 1 juli 2019.

*             De hoogte van het bedrag van de goedkeuring- en rapporteringtolerantie voor de accountant is herzien op grond van de vastgestelde begrotingslasten 2019. De bepaling van de definitieve toleranties is afhanke­lijk van de werkelijke totale lasten volgens de jaarrekening 2019.

Vervolgprocedure:

Behandeling is voorzien in het AB van 27 september en de verordening is van toepassing op de controle van de jaarrekening 2019, welke in 2020 zal worden vastgesteld

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
Algemeen Bestuur

Portefeuillehouder:
G.V. den Hartog

Voorstel:

Uitvoeringskrediet project 'Zuivering glastuinbouw Bommelerwaard'

Besluit:
Een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen voor de realisatie van een zuiveringsfilter op rwzi Zaltbommel.

Context:

Het doel van het project is het bieden van een collectieve én communale oplossing voor het zuiveren van bedrijfsafvalwater afkomstig uit de glastuinbouw in de Bommelerwaard, met het oog op:

-        Voorkomen dat lokaal oppervlaktewater wordt belast met gewasbeschermingsmiddelen of de metabolieten daarvan, door centrale verwijdering op de RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie) Zaltbommel;

-        Voorkomen dat via de belasting van lokaal oppervlaktewater gewasbeschermingsmiddelen en voedingsstoffen of afbraak­producten daarvan worden uitgeslagen naar de Afgedamde Maas. (innamepunt voor drinkwater Dunea).

Bedrijven zijn met hun huishoudelijk afvalwater aangesloten op riolering, voor de reststroom aan bedrijfsafvalwater is dat meestal niet het geval en wordt er rechtstreeks geloosd naar oppervlaktewater, tot 2018 ook wettelijk toegestaan. Gevolg is dat het oppervlaktewater wordt belast met gewasbeschermingsmiddelen en vervuild raakt, vervolgens ontstaan er problemen bij het innamepunt voor drinkwater van drinkwaterbedrijf Dunea.

In 2013 is een samenwerkingsovereenkomst tussen alle betrokken partijen getekend. Inzet is een collectief systeem gericht op behandeling van dit specifieke type afvalwater. Waar het gaat om het leggen van riolering en het zuiveren van afvalwater trekken het waterschap en de gemeente Zaltbommel samen op om te komen tot een robuuste oplossing waardoor lozing van GBM op het oppervlaktewater komt te vervallen en Dunea hier verder geen hinder van zal ondervinden.

In 2016 kwamen alle betrokken instanties een Hoofdlijnenakkoord overeen, waarin de ongezuiverde lozing per 2018 (of met uitstel tot 2021) wordt beëindigd.

Met aanpassing van de wetgeving (Crisis en Herstelwet en Waterschapswet) wordt kostendekking middels een aparte retributieheffing mogelijk gemaakt. (alle kosten worden omgeslagen naar een tarief per hectare en worden zodoende doorbelast naar de aangesloten gewassentelers)

Realisatie van een collectief inzamel- en zuiveringssysteem zal plaats moeten vinden in de periode tot uiterlijk 1-1-2021. Inmiddels is het leidingtracé aanbesteed. Eind 2020 zal er een op verwijdering van gewasbeschermingsmiddelen gericht systeem op de RWZI Zaltbommel operationeel zijn.

De daaropvolgende verwijdering van nutriënten kan via de normale, biologische zuivering. Hiermee wordt geanticipeeerd op Wetgeving per 2023-2027.

Dit besluitl heeft betrekking op:

-      De realisatie van het zuiveringsfilter op rwzi Zaltbommel;

Vervolgprocedure:
Op 20 februari 2018 is door ons besloten om in te stemmen met de voorgestelde aanpak:

Een communale en collectieve inzameling van afvalwater afkomstig van glastuinbouw in de Bommelerwaard d.m.v. een speciaal gemeentelijk "riool" met daarachter geschakeld een door WSRL beheerd zuiveringsfilter, gericht op gewasbeschermingsmiddelen).

De commissies Watersysteem en Waterketen hebben positief geadviseerd.

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:
College van Dijkgraaf en Heemraden

Portefeuillehouder:
M.H.M. Gremmen

Voorstel:
Aanvraag van een uitvoeringskrediet voor de vervanging van de slibontwateringsinstallatie op de rioolwaterzuiveringsinstallatie Tiel, ter efficiëntie van de slibverwerking
Besluit:

Een krediet beschikbaar gesteld van € 2.300.000,--, t.b.v. de engineering en de vervanging van de slibontwateringsinstallatie (Kamerfilterpers) op de  rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) Tiel. Hier ligt een duidelijke link met de Energiefabriek Tiel.

Context:
Vanuit de doelstellingen om afvalstromen te verminderen, en om energieneutraal te worden, is op de rwzi Tiel een Energiefabriek gebouwd die sinds maart 2019 operationeel is. De Energiefabriek bestaat uit een thermofiele slibvergistingsinstallatie waarbij voldoende biogas wordt opgewekt om de rwzi Tiel energieneutraal te maken. De slibontwatering vindt plaats in de bestaande kamerfilterpers die buiten de scope van de energiefabriek ligt. In Nederland zijn nog maar twee slibontwateringen met een kamerfilterpers, Heerenveen en Tiel. Het te bereiken effect als de slibontwateringsinstallatie wordt vervangen:

-      Het vervolmaken van de Energiefabriek Tiel met een efficiënte slibverwerking, jaarlijkse besparing € 200.000,-- (bruto = netto).

-      Voorkomen van investeringen aan de kamerfilterpers die anders na korte tijd teniet gedaan zouden worden, (o.a. automatisering naar iPA standaard en verdere optimalisaties ter verkorting van de verwerkingstijd).

Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de genoemde doelstellingen om afvalstromen te verminderen en energieneutraal te worden.

Vervolgprocedure:

Deze besparing zal worden verwerkt in de begroting 2020/voorjaarsnota 2020.Het voorstel doorloopt de normale besluitvormingsroute naar het Algemeen Bestuur van 27 september 2019

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?
Algemeen Bestuur

Portefeuillehouder:

H. van ’t Pad

Voorstel:
Kredietaanvraag voor optimalisatiemogelijkheden in fase 2 van project Andelsch Broek Pompveld

Besluit:

Een bruto krediet van € 970.000,= (incl. BTW) beschikbaar te stellen voor de uitvoering van fase 2 van project Andelsch Broek Pompveld. Netto is dit € 0,=.

Context:
Waterschap Rivierenland en het Brabants Landschap werken samen aan de inrichting van het gebied Andelsch Broek / Pompveld. Het gebied houdt meer water vast en de natuurwaarden worden versterkt.

Wanneer
De plannen voor herinrichting zijn al enkele jaren in de maak. In 2014 stelde de Dienst Landelijk Gebied vast hoe het gebied er uit kon gaan zien. De aanleg van de waterberging kwam gereed in 2017. Sindsdien wordt verder gewerkt aan maatregelen die de (natte) natuurwaarden van het gebied versterken.

Waarom
Dit is van oudsher een laaggelegen en dus nat gebied in het land van Altena, met bossen en eendenkooien. Bij extreme hoosbuien, die steeds vaker worden verwacht, leidt dat tot hoge waterstanden. In het natuurgebied is dat prima, maar in de naastgelegen polder Den Duijl leidt dat tot wateroverlast. Door extra waterberging aan te leggen, is dat risico beperkt. Door meer water vast te houden in het natuurgebied, worden daar de natuurwaarden versterkt. Dat is belangrijk omdat Andelsch Broek / Pompveld als Natura2000 gebied onderdeel is van de Ecologische Hoofdstructuur en bovendien een Natte Natuurparel. Bijzondere soorten als de bittervoorn en de kleine en grote modderkruiper komen hier voor.

Als eerste is het natuurgebied uitgebreid met zeven hectare waterberging. Die meet 21.000 kubieke meter bij een stijging van het waterpeil van 30 centimeter. De waterberging bestaat deels uit open water, deels uit een kleinschalig slotenpatroon zoals dat al eeuwen hier bestaat. Tegelijk is onderzocht hoe het gehele natuurgebied meer water kan vasthouden, meer water kan ontvangen en verdroging kan worden tegengegaan. Het gebied krijgt meer variatie in landschappen: van vochtig hooiland tot essenbos en moeras. Ook voor recreatie wordt het Pompveld aantrekkelijker.

Begin 2019 gaan enkele maatregelen van start: het optimaliseren van het peilbeheer, het omleiden van een wetering, een ecologische verbinding tussen Andelsch Broek en Pompveld, vispassages en de aanplant van bos.

Met wie

Waterschap Rivierenland werkt nauw samen met Brabants Landschap, de voormalige gemeenten Woudrichem en Aalburg (nu gemeente Altena), Provincie, agrariërs en andere belanghebbende partijen. Het project wordt gerealiseerd met financiële steun van de Provincie Noord-Brabant.

Vervolgprocedure:
Eind 2011 heeft de provincie Noord-Brabant aan DLG-opdracht gegeven tot het opstellen van de inrichtingsvisie van dit gebied. Samen met het Brabants Landschap, de Provincie Noord-Brabant en DLG is een inrichtingsplan opgesteld waarin natuur en waterdoelstellingen worden gerealiseerd. Concreet betreffen dit instandhoudingsdoelen vanuit Natura2000 voor een aantal vissoorten en doelen uit de 2e Bestuursovereenkomst Brabant i.c. met het tegengaan van verdroging en het robuuster maken van het watersysteem door de aanleg van extra waterberging. Waterschap Rivierenland en Brabants Landschap zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen.

Het projectdoel betreft het gebied (circa 123 ha) in te richten voor de doelsoorten vanuit Natura2000 (o.a. grote en kleine modderkruiper en bittervoorn), het tegengaan van verdroging in de Natte Natuurparel door hydrologische aanpassingen en het realiseren van 7 hectare waterberging vanuit de 2e Bestuursovereenkomst Brabant. Tevens is er aandacht voor de wateroverlastproblematiek in het Alm & Biesbosch en worden kansen geïnventariseerd en daar waar mogelijk benut om de waterhuishouding in en rondom het projectgebied te optimaliseren.

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:

Algemeen Bestuur
Portefeuillehouder
H.A. Driessen

Voorstel:
Zienswijze op concept regionaal risicoprofiel 2020 en concept regionaal beleidsplan 2020-2023 van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Besluit:

Besloten in te stemmen met de bijgevoegde zienswijze op zowel het concept regionaal risicoprofiel 2020 als het concept regionaal beleidsplan 2020-2023 van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VR GZ).

Context:

Waterschap Rivierenland heeft al in het voortraject op een eerdere conceptversie van het regionaal risicoprofiel 2020 ambtelijk inbreng geleverd. Er zijn geen wijzigingen op de vorige versie.

Bij het opstellen van het regionaal beleidsplan 2020 - 2023 zijn de positieve ervaringen met het waterschap meegenomen. Ook schenkt het beleidsplan veel aandacht aan samenwerking. Het waterschap denkt graag mee over de concrete invulling daarvan.

Deze overwegingen zijn opgenomen in bijgevoegde concept zienswijze.

Vervolgprocedure:

In het plan is opgenomen dat het waterschap meedenkt over de concrete invulling. Waterschap Rivierenland wil een slagvaardige crisisorganisatie zijn die crisissituaties adequaat bestrijdt en als professioneel crisispartner samenwerkt met netwerkpartners, volgens het programma Middelen van Begroting 2019. Dit doen we onder meer door afstemming met crisispartners in ons werkgebied. Het beleidsplan en regioprofiel draagt daaraan bij.

Het besluit wordt doorgegeven aan de veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Dat gebeurt voor 15 september 2019.  

Wie neemt het uiteindelijke besluit:

College van Dijkgraaf en Heemraden

Portefeuillehouder:

J.C. Verdaas

Voorstel: Roadmap Waterveiligheid
Besluit:

Het college van dijkgraaf en heemraden stemt in met de concept roadmap Waterveiligheid

Context:
Het taakgebied Waterveiligheid heeft te maken met een grote hoeveelheid aan onderwerpen, die onderling een sterke samenhang vertonen en vorm krijgen in een dynamische omgeving, zowel binnen als buiten de directe invloedssfeer van Waterschap Rivierenland. Ter ondersteuning van de volgordelijkheid en integraliteit van besluitvorming is het voor alle betrokkenen van belang om het overzicht op hoofdlijnen te behouden. Ook leeft er onder het bestuur een toenemende behoefte om het gesprek over de onderwerpen op dit overzicht tijdig en gestructureerd te voeren. In de Commissievergadering Waterveiligheid van 1 juli 2019 is een 'roadmap' aangekondigd voor het totale beleidsveld Waterveiligheid met de planning en besluitvorming rond belangrijke onderwerpen.

De roadmap is bedoeld om op hoofdlijnen inzicht te bieden in de samenhang en de raakvlakken tussen de onderwerpen die aan de orde zijn voor het taakgebied Waterveiligheid en de voortgang en het tijdpad van deze onderwerpen op de iets langere termijn. De roadmap ondersteunt bestuurders bij hun voorbereiding en draagt bij aan de focus en afstemming binnen de ambtelijke organisatie.

Vervolgprocedure:

De meest actuele versie van de roadmap maakt bij elke Commissievergadering Waterveiligheid deel uit van de stukken.

Wie neemt het uiteindelijke besluit:
Het college van dijkgraaf en heemraden stelt de roadmap vast.

Portefeuillehouder:

Mw. H. Roorda

Overigen

Democratiefestival:

Waterschap Rivierenland neemt deel aan het democratiefestival 2019. Nagegaan zal worden of dit festival ook in het bijzonder voor de leden van het Algemeen bestuur bestemd is. Als dit het geval is zullen de leden van het AB eveneens geïnformeerd worden.

Thema-avond 9 september 2019:

Het college van dijkgraaf en heemraden realiseert zich dat het Overleg fractievoorzitters/dijkgraaf een rol vervult bij de invulling van de themabijeenkomsten. Zij hebben de datum 9 september vastgesteld. Agendatechnisch is die afstemming ditmaal evenwel complex. Vandaar dat het college van dijkgraaf en heemraden mede de inhoud heeft vorm gegeven.

PAS-problematiek:

Er komt een totaaloverzicht voor de gehele organisatie waarin de gevolgen van de “PAS-uitspraak” voor alle waterschapsprojecten zijn opgenomen. Dit overzicht zal overigens dynamisch zijn.

Dit zijn de besluiten van het CDH van 6 augustus 2019. Het is een vertaling van de besluiten en heeft geen formele status. Deze versie wordt ook al verspreid voordat het verslag van de vergadering in een volgende vergadering wordt vastgesteld. Dat doen we om zo snel en duidelijk mogelijk actief te communiceren. U kunt dus aan deze versie geen rechten ontlenen. Wilt u meer weten over de besluiten, dan kunt u contact opnemen met het waterschap. Het Bestuurssecretariaat kan u daarbij verder helpen. Bel met 0344-649090 en vraag naar een van de medewerkers van het bestuurssecretariaat.