Deze nota is een bijlage bij de Gedragscodes Integriteit voor leden van het algemeen en dagelijks bestuur

Inleiding

In deze nota worden – ter uitvoering van artikel 6.2 van de gedragscodes - afspraken vastgelegd over de wijze waarop integriteit periodiek in het bestuur wordt besproken.

Integriteit is lastig te protocolleren. Het vergt onderhoud en bewustwording. Door in het Algemeen  Bestuur regelmatig aandacht te schenken aan dit thema hopen we dit onderwerp beter te borgen. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan:

  1. integriteit bij kandidaatstelling, verkiezingen en introductie
  2. integriteit gedurende de bestuursperiode
  3. omgang met incidenten

De navolgende tekst is bedoeld als praktische handreiking. Het is voor een deel een beschrijving van  de reeds bestaande praktijk. Voor een deel betreft het een nadere invulling van wettelijke regelingen.

Tot slot is een reflectie opgenomen over integriteit in brede zin.

Organisatie en borging van integriteit

Kandidaatstelling, verkiezingen en introductie

  1. We koesteren ons democratisch bestel. Ons bestel is gelukkig voor velen toegankelijk: het komt nauwelijks voor dat iemand door de rechter wordt uitgesloten van het kiesrecht, waaronder het recht verkozen te worden. Politieke partijen zijn zelf verantwoordelijk voor de selectie van kandidaten op hun lijst. Door het ministerie van BZK is een Handreiking integriteitstoetsing van kandidaten voor decentrale politieke partijen opgesteld die partijen terzijde staat bij een integriteitstoetsing van kandidaten. Het waterschap kan partijen daarbij ondersteunen bijvoorbeeld bij het ontsluiten  van de relevante informatie (bijvoorbeeld van toepassing zijnde wetten en regels). Echter, de verantwoordelijkheid voor de selectie blijft te allen tijde een zaak van de partijen zelf.
  2. Voor de toelating van gekozen kandidaten wordt een commissie Geloofsbrieven aangewezen. Deze commissie verricht onderzoek naar nevenfuncties en financiële belangen en adviseert vervolgens over de benoembaarheid van kandidaten.
  3. Gekozen bestuursleden leggen de eed of belofte af. Het is daarbij gewenst om de betekenis van de woorden die worden uitgesproken nadrukkelijk te memoreren. In het startprogramma voor  AB-leden is er aandacht voor integriteit met een uitleg over wat onder integriteit verstaan wordt, onder andere met het geven van praktijkvoorbeelden van niet-integer gedrag en van dilemma’s;  ook wordt een toelichting gegeven op de organisatie van integriteit (waar kun je terecht). Tussentijds toegetreden bestuursleden en burgerleden leggen de eed of belofte ook af. Ook voor  hen zal voortaan worden voorzien in een introductie op het gebied van integriteit.
  4. De dijkgraaf heeft met alle (nieuwe) bestuursleden een persoonlijk gesprek waarin ook het thema integriteit aan bod komt. De dijkgraaf en secretaris-directeur hebben bij aanvang en  gedurende de hele bestuursperiode een belangrijke rol bij de borging van integriteit.

Integriteit gedurende de bestuursperiode

  1. Het onderwerp integriteit wordt jaarlijks geagendeerd voor de vergadering van het algemeen bestuur, gekoppeld aan de beleids- en verantwoordingscyclus (vaststelling Jaarrekening). Daarnaast wordt periodiek aandacht besteed aan integriteit in een themabijeenkomst (bij  voorkeur twee themabijeenkomsten gedurende een bestuurstermijn).
  2. In de jaarlijkse bespreking in het algemeen bestuur wordt stilgestaan bij verschillende integriteitsrisico’s, waaronder nevenfuncties en neveninkomsten van bestuursleden.
  3. Integriteit is periodiek onderwerp van gesprek in het fractievoorzittersoverleg (minimaal jaarlijks).
  4. Er wordt jaarlijks gerapporteerd over ambtelijke integriteit in de B&V-cyclus (Jaarrekening). Op grond van de Ambtenarenwet is deze jaarlijkse rapportage verplicht. Optioneel wordt deze rapportage uitgebreid naar de bestuurlijke organisatie, zonder overigens de anonimiteit aan te tasten. Het gaat voor de ambtelijke organisatie om een beknopte weergave van het aantal meldingen, onderzoeken, afdoeningen met zo mogelijk een korte conclusie over toe- of afname,  aard van de meldingen en aandachtsgebieden.
  5. Aan het eind van de bestuursperiode wordt in overleg met de fracties bezien wat desgewenst aan het nieuwe bestuur tijdens de introductie kan worden meegegeven over het thema  integriteit.

Omgang met incidenten

  1. In de gedragscode integriteit is aangegeven dat de dijkgraaf het eerste aanspreekpunt is bij mogelijke integriteitskwesties. De dijkgraaf hanteert het zogenaamde ‘vierogen-principe’ en  houdt de secretaris-directeur op de hoogte van alle cases die raken aan integriteit. Bij lastige  kwesties kan extern advies worden ingewonnen. Afspraken worden schriftelijk vastgelegd en gedeeld met degene die is betrokken bij een eventuele integriteitskwestie. Het is en blijft de verantwoordelijkheid van betrokkene(n) zelf om  zich te houden aan de gemaakte afspraken en deze al dan niet te delen met bijvoorbeeld de eigen fractie of bestuur.
  2. Het bewaken van de integriteit van het bestuur is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Bestuursleden informeren de dijkgraaf daarom actief over nevenfuncties en (financiële) belangen indien deze raken aan het bestuurlijk functioneren bij het waterschap. Een nevenfunctie is elke andere functie (bezoldigd of onbezoldigd) die een bestuurslid uitoefent, naast het bestuurslidmaatschap van het waterschap. Een dergelijke melding wordt schriftelijk vastgelegd,  inclusief eventuele afspraken die daarbij worden gemaakt.
  3. Nevenfuncties worden openbaar gemaakt zoals wettelijk vereist.
  4. Indien sprake is van een vermoeden van een misstand, dan wordt hiernaar een onderzoek ingesteld, tenzij op voorhand in overleg met betrokkenen een oplossing wordt gevonden. In  geval van een extern onderzoek wordt gebruik gemaakt van een gecertificeerd onderzoeksbureau.
  5. Via de website kan eenieder een wettelijke klacht indienen tegen een bestuurder of medewerker van het waterschap. Niet alle bewoners maken scherp onderscheid tussen klachten, meldingen,  vragen, burgerinitiatieven en integriteitsmeldingen. Ze willen contact over hun zorgen, vragen en ideeën. Het is daarom goed om voor integriteit geen aparte ingang te openen, maar om dit onderwerp wel expliciet te noemen op de webpagina waar informatie staat over het indienen van een klacht.

Een goed gesprek over integriteit

Als integriteit wordt besproken gaat het meestal over giften, belangenverstrengeling, vertrouwelijke informatie en het gebruik maken van voorzieningen van het waterschap. Dat raakt ook de kern van  wat we doorgaans onder integriteit verstaan.

Er is echter ook een ‘bredere’ interpretatie mogelijk van integriteit (ook wel ‘integriteit van de besluitvorming’ genoemd). Bij die ruimere interpretatie gaat het om de vraag in hoeverre ons (bestuurlijk) handelen bijdraagt aan algemene maatschappelijke belangen. Het sluit aan bij het  laatste deel van de eed of belofte die bestuursleden aan het begin van hun bestuursperiode  afleggen1.

Tijdens themabijeenkomsten en in persoonlijke gesprekken is het goed mogelijk om met elkaar stil te staan bij deze ‘integriteit van de besluitvorming’. Het gaat daarbij om een vorm van rekenschap aan  de hand van waarden van ‘good governance’. Het gaat er niet zozeer om dat bestuursleden elkaar een spiegel voorhouden, maar wel dat eenieder zichzelf een spiegel voorhoudt.

Vragen die daarbij aan de orde kunnen zijn:

  • Hoe ziet u het uitvoeren van wettelijke taken met de doelen die daaraan door de algemene democratie zijn gesteld in relatie tot het opkomen voor deelbelangen?
  • In hoeverre spelen imago, spel-strategische afwegingen, persoonlijke sympathieën en antipathieën een rol in het proces van besluitvorming?
  • Zijn de doelen die u als bestuurders vaststelt voldoende in lijn met gemaakte afspraken en regelgeving (bijvoorbeeld via de Unie afgesloten overeenkomsten, doelen van Rijksprogramma’s  en EU etc.)?
  • Gaat u met de gekozen maatregelen en de financiële inzet daarvoor de vastgestelde doelen bereiken?
  • Worden de beschikbare financiële middelen op een voldoende zorgvuldige (doelmatige) wijze besteed?
  • Is het waterschap de goede partner in de samenwerking met andere overheden?
  • Toont het waterschap voldoende leiderschap in maatschappelijke discussies die een goede uitvoering van de waterschapstaken raken?

Door individueel en in plenaire bijeenkomsten aandacht te besteden aan het thema integriteit kan bewustwording worden gecreëerd en worden in een veilige omgeving dilemma’s bespreekbaar gemaakt.

 "Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van het algemeen bestuur te worden gekozen of benoemd,  rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, aan iemand enige gift of  gunst heb gedaan of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik  mijn plichten als lid van het algemeen bestuur naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat verklaar en beloof ik)".