Bevers in het rivierengebied

De bever hoort bij de natte natuur van het rivierengebied. Het gedrag van deze beschermde diersoort kan schade veroorzaken en risico’s opleveren. Bevers graven holen in dijken die ons beschermen tegen overstromingen.  En ze bouwen dammen in sloten die belangrijk zijn  voor genoeg water in onze omgeving. Het aantal bevers in Nederland groeit: in 2025 wordt de populatie geschat op circa 7.000 dieren. Wij zoeken naar deze knaagdieren en houden hun activiteiten in de gaten. Daarbij zorgen we ervoor dat de bever zo min mogelijk last heeft van ons werk. 
 

Beverprotocol

Om goed met bevers om te gaan, werken we met een landelijk beverprotocol. Daarin staat wat we wel en niet mogen doen, en hoe we dat moeten aanpakken. We werken hierbij samen met andere overheden en de Zoogdiervereniging. Elk jaar nemen we op tientallen plekken maatregelen. Daarbij zoeken we steeds naar een goede balans tussen het beschermen van de bever en de taken van de waterschappen. Volgens het beverprotocol moet er altijd een deskundige aanwezig zijn. Zo voorkomen we dat bevers gewond raken. Met lampen en peilstokken controleren we het beverhol. Zo zorgen we ervoor dat bevers niet geraakt worden. Als het hol helemaal open ligt, vullen we het weer op en werken we het netjes af. 

Kenniscentrum Bever

We werken samen met andere terreinbeheerders en provincies aan duurzame oplossingen. Onze kennis en ervaringen delen we via een gezamenlijk platform: www.kenniscentrumbever.nl. Deze website is voor iedereen toegankelijk.

Bevergang

Beschermde diersoort

Bevers zijn een beschermde diersoort. We mogen ze niet zomaar verstoren, verjagen of doden. Ook wat ze bouwen – zoals holen en dammen – is beschermd. Daarom zijn we voorzichtig met ingrijpen. Komt de veiligheid van dijken of het waterbeheer in gevaar? Dan volgen we het landelijke beverprotocol. Onze beverdeskundigen begeleiden het werk en zorgen ervoor dat de bever zo min mogelijk last heeft van onze werkzaamheden. We nemen maatregelen die ook op de lange termijn oevers en dijken beschermen. Zo zorgen we voor een veilige leefomgeving én ruimte voor natuur.

Duurzame maatregelen

We nemen duurzame maatregelen om op de lange termijn veilig samen te leven met bevers. Zo beschermen we dijken met gaas tegen bevergraverij, of ontwikkelen we beverlocaties verder van de dijk. Het verwijderen van dammen is niet altijd effectief. In sommige gevallen plaatsen we een drainagepijp die het waterpeil verlaagt zonder dat de bever het merkt. Daardoor stopt hij met het bouwen van nieuwe dammen. Zo voorkomen we herhaald ingrijpen op dezelfde plek en houden we het gebied veilig én natuurlijk.

Schade door bevers?

  • Zie je dat een bever graaft in of aan een oever, dijk of kade? Meld dit dan bij je waterschap. Zij beoordelen of er risico is voor de waterveiligheid en nemen zo nodig maatregelen.
  • Schade aan wegen of paden kan je bij je gemeente melden.  
  • Heb je schade aan je tuin, bomen of andere eigendommen, zoals graafschade of vraat? Dan kun je dit melden bij je provincie of de faunabeheereenheid. Dat is een organisatie die per provincie werkt aan het beheer van wilde dieren. Ze helpen bij het voorkomen en beperken van schade.

Wat kun je zelf doen tegen beverschade?
Bevers zijn beschermd. Je mag ze niet zomaar verjagen of hun dammen weghalen. Toch kun je wel maatregelen nemen om schade te voorkomen. Denk aan het plaatsen van rasters of schrikdraad. 

  • BIJ12 heeft hiervoor een handige Faunaschade PreventieKit ontwikkeld. Daarin staat wat je zelf mag doen en hoe je dat het beste aanpakt. Bekijk de kit op www.BIJ12.nl

Muskusrattenbeheer Rivierenland

Het beverbeheer wordt uitgevoerd door Muskusrattenbeheer Rivierenland.  De vaardigheden die de muskusrattenbeheerders gebruiken om muskusratten op te sporen, zetten we nu ook in om bevers te volgen. We letten op verkleuringen in het water, aangevreten takken en pootafdrukken. Zo krijgen we een goed beeld van waar bevers zitten. Vooral kwetsbare plekken controleren we extra goed op graafschade. Als het waterschap schade herstelt, begeleiden muskusrattenbeheerders het werk. Als het water in de rivieren stijgt, zijn we extra alert. Tijdens hoogwater werkt de beverpatrouille langs de dijken om te kijken of er bevers actief zijn. Als we graafschade op tijd ontdekken, kunnen we maatregelen nemen om schade te voorkomen.

Muskusrattenbeheer Rivierenland werkt aan duurzaam beverbeheer voor vier waterschappen. Naast Waterschap Rivierenland zijn dat Waterschap Vallei en Veluwe, Waterschap Rijn en IJssel en Waterschap Hollandse Delta. In deze gebieden zijn bijna 100 muskusrattenbestrijders actief. Ze zijn in dienst van Waterschap Rivierenland en zetten hun expertise in voor veilig en natuurvriendelijk beheer.

De bever

De bever (Castor fiber) is het grootste knaagdier van Europa. Een volwassen bever weegt tot wel 30 kilo en kan 1,30 meter lang worden. Hij is te herkennen aan zijn dikke bruine vacht, opvallende oranje tanden en de karakteristieke platte staart. 

Bevers zijn uitstekende gravers en knagers. Langs oevers maken ze hun verblijf door holen te graven of een burcht te bouwen. Ze eten uitsluitend plantaardig: kruiden, boombast en zachte houtsoorten zoals wilg en populier. Bevers houden geen winterslaap, maar leggen een voorraad aan om de winter door te komen.

Belangrijk voor de natuur

Terug van weggeweest
Bevers zijn weer helemaal terug in Nederland. Door jacht en verlies van leefgebied waren er ooit nog maar vijf kleine bevergroepen in Europa. De soort stond op het punt te verdwijnen. Dankzij succesvolle herintroducties gaat het nu goed met de bever. Na uitzettingen in onder andere de Biesbosch en de Gelderse Poort leven ze in het hele rivierengebied. Bevers zijn belangrijk voor de natuur. Ze passen het landschap aan, en daar profiteren veel andere dieren van.

Ecosysteem-bouwers
Bevers passen hun leefgebied aan zoals zij dat nodig vinden. Ze bouwen dammen en graven kleine kanaaltjes om het waterpeil te regelen. Daardoor ontstaan soms bevervijvers, waar vissen en amfibieën van profiteren. Bevers knagen ook aan bomen en struiken. Zo ontstaat er meer dood hout, wat belangrijk is voor insecten en vogels. Spechten maken er hun nest in, en ijsvogels gebruiken gevallen bomen als visplek. Takken die in het water liggen, bieden schuilplekken voor jonge vissen, padden en salamanders. Omdat bevers het landschap veranderen en daarmee de natuur helpen, noemen we ze ook wel ecosysteem-bouwers.

Bevergedrag en risico's

Fanatieke gravers
Bevers leven in een hol onder de grond. De ingang graven ze onder water, zodat roofdieren er niet bij kunnen. Via gangen komen ze in droge kamers. Die gangen kunnen tientallen meters lang worden. Als bevers langere tijd op één plek blijven, ontstaan soms hele gangenstelsels. Dat kan problemen opleveren voor het waterschap. Als bevers in dijken graven, kunnen die verzwakken en gaan lekken of scheuren. Soms zitten bevers ook onder onderhoudspaden. Dan kunnen machines wegzakken tijdens het werk.

Dammen bouwen
Bevers hebben genoeg zwemwater nodig om zich te kunnen verplaatsen. Als het water te laag staat, bouwen ze dammen om het peil te verhogen. Soms zorgt dat juist voor te veel of te weinig water. Op sommige plekken kunnen die dammen niet blijven liggen. Dan verlaagt of verwijdert het waterschap ze. Soms plaatsen we een buis door de dam, zodat het water blijft stromen en bevers geen nieuwe dam bouwen.

Geknaagde bomen en risico's
Bevers knagen aan bomen voor voedsel en bouwmateriaal. Ook dikke stammen worden niet gespaard. Vallende bomen en takken kunnen gevaar opleveren. Soms gaat het om bijzondere bomen die belangrijk zijn voor de omgeving. Die beschermen we met gaas of speciale pasta.

Hoe bevers leven

Territorium
Bevers leven in een familie. De ouders geven met geurmerken aan welk gebied van hen is. Dit stofje heet castoreum, ook wel bevergeil, en heeft een opvallende geur. Zo laten ze aan andere bevers weten: hier hoor jij niet. Als een vreemde bever toch probeert zich te vestigen, kan dat leiden tot een gevecht. Soms loopt dat zelfs fataal af.

Voortplanting
Bevers paren in de winter en het vroege voorjaar. Na een draagtijd van 3,5 maand worden meestal 2 tot 4 jongen geboren. Dit gebeurt in een hol onder de grond of in een burcht. In het voorjaar maken bevers hun burcht extra stevig. Ze smeren naden en kieren dicht met modder en klei. Na zes weken gaan de jongen steeds vaker naar buiten om hun leefgebied te verkennen. Na drie jaar zijn ze volwassen en zoeken ze een eigen plek. In het wild worden bevers ongeveer tien jaar oud.