Maaien

Maaien is belangrijk. Daarmee voorkomen we dat sloten dichtgroeien en wateroverlast ontstaat. Bij droogte kan er voldoende water worden aangevoerd. Op dijken is het belangrijk dat de grasmat sterk is. Tegelijk leven er veel planten en dieren in sloten en op dijken. Met maaien houden we hier rekening mee. Op deze pagina leest u hoe en waarom wij maaien. 

Waarom maaien?

Wij maaien om te voorkomen dat beken, sloten en rivieren dicht groeien. En door maaien blijven onze dijken stevig. Het klinkt gek, maar door het maaien blijft er ruimte voor allerlei (bijzondere) waterdieren en planten.  

Hoe gaan we te werk?

Aannemers voeren maaiwerkzaamheden voor ons uit. Maar veel maaiwerkzaamheden doen we ook zelf. Als we in het broedseizoen moeten maaien dan houden we op verschillende manieren rekening met de aanwezige natuur. Zo maaien we bijvoorbeeld in delen en niet alles in een keer. Dit is goed voor de insecten.

Wat maaien we?

Het maaien van bermen
Regelmatig maaien

Dijken

Dijken zijn zo stevig dankzij de grasmat. Om de goede mix tussen grassen en kruiden te houden maaien we regelmatig. Wanneer we dijken maaien hangt af van welke planten er op de dijk groeien. Soms maaien we dijken al in mei, soms later. Als we niet of te laat maaien is dit schadelijk voor de soorten die we juist graag willen hebben. Als gras te lang wordt verstikt het bijvoorbeeld sommige kruiden. Soms is het nodig om juist een deel van de bloeiende soorten vroeg te maaien. Zodat die weer in bloei staan als we een ander deel later maaien. Dit doen we voor het behoud van insecten. Als je graag het hele verhaal wil lezen rondom dijken en biodiversiteit, lees dan onze notitie Dijkbeheer en biodiversititeit, het hele verhaal.

Wegbermen

We maaien de wegbermen twee keer per jaar. Ook hier maaien we in delen om de planten en insecten te helpen. We letten hierbij op de verkeersveiligheid. We maaien alleen de wegbermen van de wegen buiten de bebouwde kom in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, met uitzondering van de rijks- en provinciale wegen. 

Sloten

Wij maaien sloten en oevers om te voorkomen dat oevers, sloten en rivieren dicht groeien. Door te maaien blijft er ruimte voor allerlei (bijzondere) waterdieren en planten. Als het regent vangen we water in onze beken op. Als er echt teveel water is, stroomt het via oevers en sloten weg. In droge periodes sturen we het water naar die plek waar het het hardst nodig is. Dat kan alleen als er niet teveel planten in de oevers groeien.

 .

Wanneer maaien wij? 

Het maaiseizoen loopt van 1 mei t/m 1 december. Wilt u weten wanneer en hoe wij bij u komen maaien? Kijk dan in de maaikalender. 

Bekijk de maaikalender

Veiligheid bij maaiwerkzaamheden

  • Houd afstand: Geef de maaimachines voldoende ruimte. Fiets niet vlak langs de maaiers, maar houd een veilige afstand.
  • Maak oogcontact: Als je een maaimachine nadert, kijk dan naar de bestuurder. Hij of zij geeft aanwijzingen waar je veilig langs de machine kunt gaan.
  • Wees geduldig: De maaiers werken hard om onze wegen en dijken netjes te houden. Heb begrip voor hun werk en wacht even als je ze tegenkomt.
  • Fietsers, let extra goed op als je een maaimachine tegenkomt. Vertraag en houd rekening met de situatie. 

Samen zorgen we voor een veilige omgeving voor iedereen. Laten we onze dijken en wegen delen met respect voor elkaar. 
 

Veelgestelde vragen over maaien sloten

Waarom maait het waterschap een sloot wel of juist niet?

We maaien zo vaak als dit nodig is om het peilbeheer goed mogelijk te maken en om aan de norm van water aan- en afvoer te voldoen.  Daarbij wordt rekening gehouden met de wet natuurbescherming. Dit betekent dat we zo veel mogelijk 25% van de onderwatervegetatie in het groeiseizoen (1 april - 1 oktober) sparen en dat we 50% van de vegetatie op het droge talud in het broedseizoen (15 maart - 15 juli) sparen. Daar waar dit niet mogelijk is zullen we maaisel direct inspecteren op beschermende soorten en direct terugzetten in de watergang. Onnodig vaak maaien geeft ook extra kosten en overlast voor de grondeigenaren bij wie we over de percelen moeten rijden.

Hoe vaak per jaar maait het waterschap sloten bij mijn percelen?

Als er veel ruimte is in het profiel van een sloot dan is éénmaal per jaar maaien meestal voldoende. De meeste waterlopen onderhouden we echter twee keer per jaar en soms nog vaker. Welk onderhoudspakket bij jou van toepassing is staat in de maaikaart. We kunnen afwijken van het geplande onderhoud als de (weers)omstandigheden (droogte of juist extreme regenval) daar aanleiding toe geeft.

Waarom heeft het waterschap een beschermingszone nodig?

De beschermingszones bij A-wateren zijn vooral bedoeld om onderhoud te kunnen uitvoeren aan de watergang, deze wateren toegankelijk te houden voor het uitvoeren van inspecties en ter voorkoming van instabiele oevers. De beschermingszones worden altijd aan beide zijden van een A-water in de legger opgenomen.

Aan welke zijde legt de aannemer het maaisel?

Vrijgekomen maaisel wordt, op grond van de Keur, buiten de insteek van de watergang op het naastgelegen perceel gedeponeerd. De eigenaar van gronden die in de (vier meter brede) beschermingszone liggen heeft hiervoor ontvangstplicht (artikel 5.23 lid 2 Waterwet). Het maaisel wordt hierbij, bij voorkeur, meer dan 1 meter buiten de insteek gedeponeerd. Bij aanwezigheid van afrasteringen en stroomdraden wordt het maaisel bij voorkeur over deze afrasteringen heen gedeponeerd. Het waterschap verdeelt het maaisel zo evenredig mogelijk. De sloten die we varend onderhouden wordt het maaisel via het water afgevoerd en verwijderd. Het maaisel van natuurvriendelijke oevers wordt door het waterschap afgevoerd.

Kan het maaisel blijven liggen?

Vrijgekomen maaisel wordt buiten de insteek op naastliggend terrein gedeponeerd, op zodanige wijze dat water en de aanwezige dieren nog terug kunnen in de watergang. En het maaisel blijft bij voorkeur minimaal 48 uur liggen.

Het waterschap rijdt door de gewassen, wordt deze schade vergoed?

Bij het uitvoeren van het maaionderhoud moet vaak gewerkt worden vanaf agrarische percelen, waar vaak ook gewassen op staan. Uiteraard proberen we er zoveel mogelijk rekening mee te houden. Maar soms kan het maaionderhoud niet langer worden uitgesteld en moet er door de gewassen worden gereden. We moeten immers het algemeen belang voor ogen houden en niet alleen het individueel belang. Gewasschade als gevolg van maaionderhoud wordt vergoed volgens de landelijke regeling ‘vergoeding gewasschade’. Schade wordt vergoed conform de normen van de LTO-Gasunie.

Kan ik de planning van de maaiwerkzaamheden inzien?

Op de maaikaarten kunt u de grove planning zien. Aan de maaikalender kunnen echter geen rechten ontleend worden, vanwege groei- en weersomstandigheden.

Ik wil tijdens het maaien meerijden met de kar om het maaisel direct af te voeren. Hoe kan ik dit regelen en zijn hier kosten aan verbonden?

Afspraken hierover kunt u rechtstreeks met onze aannemer maken. De kosten voor het afvoeren van het maaisel zijn voor eigen rekening.

Wie onderhoudt wat?

De watergangen (sloten) in ons gebied zijn onderverdeeld in hoofdwatergangen (A-watergangen), wateren met een lokaal water aan- en afvoerfunctie (B-watergangen) en wateren met een bergende functie (C-watergangen)

Het waterschap onderhoudt ca 4.400 kilometer hoofdwatergangen (A). We maaien, baggeren en snoeien bomen en struiken die het onderhoud belemmeren.

Het onderhoud aan de A gedeeld onderhoud-, B- en C-watergangen is de verantwoordelijkheid voor de aanliggende grondeigenaren. Bent u eigenaar van grond waar een sloot doorheen loopt of aan grenst? Dan kan het zijn dat u deze sloot moet onderhouden. Als de grond aan de overzijde van de sloot van een andere eigenaar is, dan moet u allebei tot het midden van de sloot onderhoud plegen. U kunt daar samen afspraken over maken.