Beschrijving

Voor werken en werkzaamheden in, op en in de buurt van wateren, waterkeringen en wegen die in beheer van Waterschap Rivierenland zijn, heeft het waterschap regels opgesteld. Deze regels zijn in de verbodsverordening van het waterschap, de Keur Waterschap Rivierenland 2014, uitgewerkt. De keur geeft het waterschap de grondslag voor het stellen van eisen aan werken en werkzaamheden in, op en in de buurt van wateren, waterkeringen en wegen.

Voor dit soort werken en werkzaamheden is een vergunning van het waterschap nodig. Voor een groot aantal veel voorkomende werken en werkzaamheden is een schriftelijke melding voldoende. Het waterschap heeft hiervoor zogenoemde algemene regels opgesteld.

Wilt u grondwater onttrekken voor overige doeleinden? Dan hebt u toestemming nodig van het waterschap. Als u voldoet aan de criteria en voorwaarden van de algemene regel GW 5. Overige doeleinden, kunt u volstaan met een melding.

Indien dit niet het geval is, zult u een watervergunning moeten aanvragen. Een dergelijke aanvraag zal worden getoetst aan de Keur Waterschap Rivierenland 2014 en de bijbehorende beleidsregel 5.17.

Kosten

Voor de behandeling van een melding worden geen kosten in rekening gebracht.
Aan het in behandeling nemen van een vergunningsaanvraag  zijn kosten (leges) verbonden. Deze kosten zijn gebaseerd op de legesverordening en de bijbehorende tarieventabel (zie Regelgeving).

Bijzonderheden

Natura 2000 - gebied De Bruuk

Natura 2000 - gebied De Bruuk (provincie Gelderland): In Natura 2000 – gebied de Bruuk hebben grondwateronttrekkingen in en rondom het gebied negatieve gevolgen voor de grondwaterstand, grondwaterstroming en verdroging in het gebied. Daarom is er rondom dit gebied een grondwaterbeschermingszones ingesteld (zie kaart zonering beperkingen grondwateronttrekkingen De Bruuk). Deze rode zone die bestaat uit het natuurgebied De Bruuk + 300 meter hydrologische beïnvloedingszone. In de rode zone geldt een algeheel verbod op permanente kunstmatige grondwateronttrekkingsbronnen. Voor tijdelijke kunstmatige grondwateronttrekkingsbronnen, zoals bijvoorbeeld voor bouwput en rioolaanleg, geldt een vergunningsplicht.

Uitwisseling grondwater

Uitwisseling van grondwater uit de diverse watervoerende pakketten is ongewenst. Tijdens de aanleg van de voorziening(en) voor de grondwateronttrekking, tijdens het beheer van de voorziening en na beëindiging van de grondwateronttrekking moet worden voorkomen dat uitwisseling van grondwater kan plaatsvinden. In de praktijk zal bij het doorkruisen van een scheidende laag veelal gebruik worden gemaakt van zwelklei om deze uitwisseling van grondwater te voorkomen. Het SIKB heeft het protocol Mechanisch boren (protocol 2101) opgesteld. Het protocol is te raadplegen via: www.sikb.nl(externe link).

Zorgplicht

De onttrekking van grondwater kan nadelige gevolgen voor de omgeving veroorzaken. Denk hierbij aan schade aan de landbouw(opbrengst), schade aan natuurgebieden (verdroging), verplaatsing van grondwaterverontreinigingen, schade aan bouwwerken als gevolg van zetting en negatieve beïnvloeding op overige grondwateronttrekkingen (in het bijzonder bodemenergiesystemen). Degene die de onttrekking verricht, heeft de verplichting om deze nadelige gevolgen te inventariseren, te voorkomen en als dat niet mogelijk is zo veel mogelijk te beperken.

Indien de onttrekking nadelige gevolgen veroorzaakt, neemt degene die grondwater onttrekt zo spoedig mogelijk maatregelen om deze gevolgen te beperken. Denk hierbij aan het staken van de onttrekking of het treffen van compenserende maatregelen. Verder informeert degene die grondwater onttrekt het bestuur zo spoedig mogelijk over de geconstateerde nadelige gevolgen en de te treffen of getroffen maatregelen.

Vrijstelling meet- en rapportageplicht

 Aan de meet- en rapportageplicht zijn administratieve lasten verbonden. Deze administratieve lasten zijn bij beperkte onttrekkingen onevenredig groot. In de algemene regel wordt ingevolge artikel 6.11, vijfde lid, van het Waterbesluit bepaalt dat de meet- en rapportageplicht voor deze beperkte onttrekkingen niet gelden. 

Meten en rapporteren

Op grond van artikel 6.11, lid 2 Waterbesluit moet degene die grondwater onttrekt per kwartaal meten hoeveel grondwater is onttrokken. Deze meting moet geschieden met een nauwkeurigheid van 95%. De resultaten van deze meting moeten uiterlijk op 31 januari van ieder jaar of, wanneer de onttrekking is beëindigd, binnen een maand na het tijdstip van beëindiging, aan het bestuur worden opgegeven.

Aanpak

Voldoet u aan de criteria en voorwaarden?

Dan volstaat een melding bij het waterschap. Minimaal twee weken voor de start van de werkzaamheden meldt u uw werkzaamheden bij het waterschap.

Voldoet u niet aan de criteria en voorwaarden?

Vraag dan een watervergunning aan. 

Omgevingsloket online

U moet uw aanvraag voor een watervergunning of melding indienen via het Omgevingsloket online (OlO). (externe link)Wie twijfelt of een vergunning- of meldplicht van toepassing is, kan dit uitzoeken in de ‘vergunningcheck'. Is voor een activiteit zowel een omgevingsvergunning als een watervergunning nodig? Dan kan via het loket een ‘geïntegreerde' aanvraag worden ingediend.

Het waterschap denkt met u mee

Vaak is het verstandig vooraf te overleggen met het waterschap; dat bevordert een vlotte afhandeling. In geval van twijfel: neem altijd contact op met de afdeling Vergunningen van Waterschap Rivierenland  (email: vergunningen@wsrl.nl). Medewerkers van het waterschap denken graag met u mee over wat in uw situatie de beste oplossing is.

Regelgeving

Heeft u gevonden wat u zocht?