Werkt u aan een ruimtelijk plan, dan heeft u een wateradvies aangevraagd via onze Digitale Watertoets. Als uit de Watertoets blijkt dat riolering en hemelwater relevant zijn voor uw plan, dan is een vervolgtraject met het waterschap aan de orde.

Regenwater afkomstig van daken en bestratingen is vaak zo schoon dat zuivering niet nodig is. Dit water kan dus beter worden afgevoerd naar het grond- of oppervlaktewater dan naar de riolering. Dat heeft als voordeel dat de rioolwaterzuiveringsinstallaties minder worden belast. Ook vinden bij hevige buien vinden minder vuile overstortingen plaats vanuit het gemengde riool naar het oppervlaktewater en dat is goed voor de waterkwaliteit in de sloten. Daarom hebben we in onze rioleringsnota “Samen door Een buis” de kaders geschetst om in gezamenlijkheid optimaal de lozingen vanuit riolering te beheersen.

Bestaande situatie

In veel bestaande situaties worden vuilwater en hemelwater nog gezamenlijk afgevoerd via zogenaamde gemengde rioolstelsels naar rioolwaterzuiveringsinstallaties. Herstructurering van bestaande woonwijken biedt kansen om het aanwezige rioolsysteem aan te passen. Het is de bedoeling dat schoon hemelwater niet meer onnodig wordt afgevoerd via de riolering, maar in het grond- of oppervlaktewater terechtkomt. Het waterschap geeft de voorkeur aan hergebruik of infiltratie en adviseert om afstromend hemelwater zoveel mogelijk zichtbaar bovengronds af te voeren. Indien nodig kan het waterschap zuiverende voorzieningen adviseren.

Nieuwbouw

In nieuwe woonwijken streeft het waterschap naar gescheiden rioleringssystemen:  het schone hemelwater komt in de sloten terecht en alleen het vuilwater in de riolering. Bij nieuwe bedrijventerreinen moet in onderling overleg worden bepaald of een gescheiden, dan wel een verbeterd gescheiden rioolstelsel de beste oplossing is. Dit is mede afhankelijk van de aard van de toegestane bedrijven. Afstromend hemelwater van terreinverhardingen van bedrijven mag niet rechtstreeks op het oppervlaktewater worden geloosd, maar dient af te stromen via een berm of een bodempassage, zodat het water eerst wordt gezuiverd. Dakwater mag in veel gevallen wel direct worden geloosd op het oppervlaktewater. 

 

Relatie met watersysteem

Waterkwaliteit

Om te voorkomen dat bijvoorbeeld zink of koper in de sloten terechtkomt, mag bij nieuwbouw geen excessief gebruik worden gemaakt van uitlogende materialen. Worden uitlogende materialen toegepast, kan het raadzaam zijn om het afstromende water via een humusrijke bodempassage af te koppelen. Ook voor de zuivering van vervuild regenwater afkomstig van verkeersintensieve wegen is een brede berm een goede oplossing. Voor meer informatie zie de Adviestabel omgang afstromend hemelwater in de nota Samen door Een buis, bijlage 3.

Waterberging

Wanneer regenwater wordt afgevoerd naar het slotenstelsel in plaats van het riool, zal het waterpeil bij een flinke regenbui sneller stijgen. Als meer dan 50 procent van het verhard oppervlak in een rioolbemalingsgebied wordt afgekoppeld, is extra waterberging nodig om wateroverlast te voorkomen.

Verder is het van belang dat overstortdrempels van de riolering minimaal op 30 cm boven het zomerpeil van de watergangen worden gerealiseerd (in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden is dit 20 cm) of worden voorzien van een terugslagklep. Dit voorkomt dat slootwater de riolering binnen stroomt als bij hevige regen het waterpeil in de sloten stijgt. Voor meer informatie zie de beslisboom in de nota Samen door Een buis, bijlage 2.

Afstemming capaciteit riolering en zuivering

Gemeenten en waterschap informeren elkaar tijdig over plannen die voor een doelmatige afvalwaterketen van belang kunnen zijn, zoals woningbouwplannen of aanpassing van een rioolwaterzuivering. Neem voor het opstellen van een rioleringsplan contact op met uw contactpersoon bij het waterschap.

Meer informatie

Heeft u gevonden wat u zocht?