Het CDH is het dagelijks bestuur van het waterschap en is belast met de dagelijkse gang van zaken voornamelijk op basis van door het algemeen bestuur vastgesteld beleid.
Iedere veertien dagen vergadert het dagelijks bestuur. Van die vergadering wordt een verslag gemaakt en over de besluiten wordt actief gecommuniceerd via de terugkoppeling, die enkele dagen na de vergadering verschijnt op de website en wordt toegezonden aan het algemeen bestuur.

In de vergadering van 16 juli 2019 zijn de volgende besluiten genomen.

Voorstel:

Actualisatie samenwerkingsovereenkomst Water en Groen tussen Waterschap Rivierenland en Provincie Zuid-Holland.

Besluit:

Het CDH stemt in met de geactualiseerde samenwerkingsovereenkomst Water en Groen tussen Waterschap Rivierenland en Provincie Zuid Holland en laat de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst over aan Heemraad Gremmen.

Context:

De samenwerkingsovereenkomst Water en Groen met de provincie Zuid-Holland geeft invulling aan diverse doelstellingen van het waterschap, zoals de Kaderrichtlijn Water, baggeren, vismigratie en wateroverlast. Daarnaast heeft het waterschap ook uitgesproken een betrokken samenwerkingspartner te willen zijn in regionaal verband. In het waterbeheerprogramma is dit onder andere verwoord onder Gebiedsgerichte Focus Alblasserwaard, waarin een 3 sporen aanpak wordt verwoord, (1) inrichtingsmaatregelen, (2) aanpak van emissies (dat is uitstoot op uitworp) op het watersysteem en (3) optimalisatie van beheer en onderhoud.

Het waterschap zoekt graag de samenwerking op met de provincie om de gezamenlijke groen­blauwe doelen en opgaven te realiseren. De overeenkomst is eveneens een goed voorbeeld van Gebiedsgericht Werken. Het waterschap spreekt uit graag gezamenlijk met andere overheidspartners maatregelen en doelen af te stemmen in een gebied. Daarnaast is er een nadrukkelijke koppeling met ons “gebiedsprogramma A5H”, waarin, naast het hoofdwatersysteem in de Alblasserwaard, ook regionale keringen op orde worden gebracht. Door de koppeling van de ecologische verbindingszone met de trajecten van kadeverbeteringen (Achterwaterschap en Dwarsgang) ontstaat, naast synergievoordelen in de uitvoering, een klimaatrobuuste en waterveilige boezem - polder zone. Een groot deel van de projecten uit deze samenwerkingsovereenkomst is reeds uitgevoerd of is in uitvoering.

De bestaande samenwerkingsovereenkomst Water en Groen met de Provincie Zuid-Holland behoeft aanpassing door een aantal ontwikkelingen in het gebied Alblasserwaard-Vijfheerenlanden:

  1. Door de overgang van de gemeente Vijfheerenlanden van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht valt het Natura2000 project Zouweboezem uit de Samenwerkingsovereen­komst met Zuid-Holland.
  2. De provincie heeft een grotere ambitie voor de realisatie van ecologische verbindingszones in de Alblasserwaard. Dit leidt tot een vergroting van de doelstelling voor het Achterwaterschap van 10 hectare (bestaande samenwerkingsovereenkomst) tot circa 25 hectare.
  3. Er is een koppeling gelegd tussen kadeverbetering Dwarsgang en de realisatie van een ecologische verbindingszone van 3,6 hectare op dit traject.

Vervolgproces:

De bestaande samenwerkingsovereenkomst wordt alleen aangepast op bovengenoemde punten. Voor het overige zijn er geen veranderingen in de samenwerkingsovereenkomst uit 2015. In samenspraak met de Provincie Zuid-Holland wordt een geschikt moment van ondertekening gezocht. Per project zullen te zijner tijd aparte kredietaanvragen aan het CDH voorgelegd worden. Dit zal gebeuren wanneer er meer duidelijkheid is over de kadeversterkingen.

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:

College van Dijkgraaf en Heemraden

Portefeuillehouder:
M.H.M. Gremmen

Voorstel:

Kredietverlening 'Opstellen en implementeren Fragility Curves' (dit is een kwetsbaarheidscurve uitgedrukt in een kans van bezwijken van een dijk bij een bepaalde waterstand)

Besluit:

Het CDH besluit kennis te nemen van de aanpak voor het opstellen en implementeren van Fagility curves voor de primaire waterkeringen en een krediet beschikbaar te stellen voor het opstellen en implementeren van Fagility Curves in 2019 en 2020.

Context:

Bij de ontwikkeling van de nieuwe waterveiligheidsnormen is de veiligheidsfilosofie gewijzigd van de overschrijdingskansbenadering (de kans dat een bepaalde waterstand voor de dijk wordt over­schreden) naar de overstromingskansbenadering (de kans op een overstroming binnendijkse gebied). Bij de ontwikkeling van deze filosofie bleek dat het mogelijk is om de kans te bepalen waarmee dijken kunnen falen. Hiermee ontstond voor Waterschap Rivierenland de behoefte om te beschikken over faalkansen per hoogwaterperiode en per dijkvak. Deze faalkansen maken het voor het waterschap mogelijk om scherper, sneller en beter inzicht te hebben in de actuele faalkansen per dijktraject, met een gemiddelde lengte van 1 km, tijdens een hoogwater op de Rijntakken, de Maas en bij storm op de Noordzee. Dit maakt het aansluitend mogelijk om:

  • tijdens een hoogwaterperiode een efficiëntere aansturing van de eigen calamiteitenorganisatie mogelijk te maken;
  • een beter inzicht te krijgen en te hebben in de daadwerkelijke overstromingskansen van onze dijken (zowel tijdens een hoogwaterperiode als daarbuiten);
  • de communicatie met maatschappij en betrokken (crisis-) partners tijdens een hoogwater-periode structureel van meer en adequatere informatie te voorzien;
  • in de "koude fase" van de crisisbeheersing de werkzaamheden van de "warme fase" beter te beoefenen;
  • met betrekking tot de veiligheid die onze primaire waterkeringen onze gebieden bieden, in het kader van onze Zorgplicht, "Continu in Control" te zijn;
  • de veiligheid van de dijkvakken weer te geven en uit te drukken in een kans van bezwijken bij een bepaalde waterstand. Het principe hiervan heet 'Fragility Curves' (kwetsbaarheidscurves).

Vervolgproces:

Om zo’n kwetsbaarheidscurve te ontwerpen, op te stellen en in te richten, is geld nodig. Nu volgt een aanbesteding aan een ingenieursbureau en worden de werkzaamheden gestart. De kennis wordt gedeeld met andere waterschappen.

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:

College van Dijkgraaf en Heemraden

Portefeuillehouder:

H. Roorda

Voorstel:

Samenwerkingsovereenkomst integrale gebiedsontwikkeling Waalfront, Nijmegen

Besluit:

Het CDH stemt in met de samenwerkingsovereenkomst Waalfront en geeft deze voor ondertekening vrij te geven.

Context:

De gebiedsontwikkeling Waalfront die door de gemeente Nijmegen in samenwerking met het Ontwikkelingsbedrijf Waalfront wordt uitgevoerd, betreft de herontwikkeling van een voormalig industrieterrein naar een hoogwaardig stedelijk woongebied. Hoewel de primaire waterkering nog voldoet en niet is geprogrammeerd in het HWBP, is verlegging en verduurzaming van de waterkering een centraal onderdeel van het plan, om waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit integraal af te stemmen binnen de nieuwe functie van het gebied. Het algemeen bestuur van het waterschap heeft in haar vergadering van 30 november 2018 unaniem besloten te participeren in de gebiedsontwikke­ling Waalfront.

Bij de herontwikkeling worden wel de nieuwe normen conform de Waterwet als uitgangspunt gehanteerd, waardoor de waterveiligheid en de beheerbaarheid van het gebied toenemen. De functiemenging van waterkering, bebouwing en groene functionaliteiten in de gebiedsontwikkeling Waalfront maakt dat deze nieuwe wijk over een lengte van 1,1 km een hoge innoverende waarde krijgt. Het waterschap grijpt dit aan om een aantal beleidsconcepten te toetsen en maatwerk te leveren, wat ook voor overige projecten (HWBP) meerwaarde heeft en kostenbesparend kan werken. Voor het gebied is een voorkeursvariant vastgesteld, waarvoor ontwikkelingsbedrijf Waalfront, Gemeente Nijmegen, de provincie Gelderland, en Waterschap Rivierenland een intentie-overeen-komst hebben opgesteld. Hieruit volgt de nu samenwerkingsovereenkomst waartoe het CDH thans heeft besloten.

Het waterschap zal ook financieel bijdragen tot het bedrag van € 1,7 miljoen, zoals dat door het Algemeen Bestuur als kader is meegegeven.

Vervolgproces:

Als alle partijen instemmen, kan de overeenkomst getekend worden.

Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:

College van Dijkgraaf en Heemraden omdat het een uitvoering betreft van een eerder algemeen bestuursbesluit,.

Portefeuillehouder:

H. Roorda

Voorstel:

Beheer- en onderhoudsplan watergangen

Besluit:

Het CDH besluit In te stemmen met het geactualiseerde maaibeleid, conform het "Beheer- en onderhoudsplan watergangen 2019" en van toepassing te verklaren op de bestaande en nieuw aan te leggen watergangen.

Tevens besluit het CDH In te stemmen met het feit dat met het beheer en onderhoud van de watergangen de functies van het watersysteem gewaarborgd zijn, waarbij prioriteit wordt gegeven aan het afvoeren en aanvoeren van water (voldoende water).

Daarbij besluit het CDH te werken conform het "Ecologisch werkprotocol watergangen 2019" i.h.k.v. de Wet Natuurbescherming door toepassing van de habitatbenadering

Context:

Als waterschap zijn we verantwoordelijk voor het maaionderhoud van de watergangen. Het primaire doel van dit maaionderhoud is het waarborgen van water aan- en afvoer (voldoende water). Daar waar mogelijk worden hierbij ook kansen benut om de waterkwaliteit te verbeteren (schoon water). Bij de uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de flora en fauna (versterken van de biodiversiteit zoals opgenomen in het bestuursakkoord).

Hoe we dit maaionderhoud uitvoeren hebben we beschreven in het nieuwe beheer- en onderhouds­plan watergangen 2019 (BEO-plan). Het betreft een actualisatie van het voorgaande maaibeleid uit 2006.

In dit nieuwe plan is vooral gekozen voor een praktische insteek. Op hoofdlijnen betekent dit dat de rayons/peilbeheerders vanuit hun expert judgement bepalen welke watergang hoe vaak en wanneer gemaaid moet worden. Op deze manier kan adequaat ingespeeld worden op lokale omstandigheden en veranderende weers- en groeiomstandigheden.

Als het maaionderhoud uitgevoerd wordt, moet dit wel volgens bepaalde regels gebeuren. Een van deze regels komen voort uit de Wet natuurbescherming. Door de Unie van Waterschappen is in januari 2019 een nieuwe (geactualiseerde) gedragscode vastgesteld en goedgekeurd door de minister van LNV. De gedragscode is uitgewerkt in de "Richtlijn Wet natuurbescherming, onderdeel bestendig beheer en onderhoud, Uitwerking voor Waterschap Rivierenland" en is in februari 2019 vastgesteld door 0ns college. De Richtlijn is uitgewerkt in een "Ecologisch werkprotocol watergangen" en stelt ons in staat gebruik te maken van de vrijstellingsmogelijkheden die de Wet natuurbescherming biedt. Bij toepassing van deze gedragscode wordt onder andere gevraagd een keuze te maken tussen verschillende beheerstrategieën. Het CDH kiest voor de habitatbenadering. Het belangrijkste argument hierbij is dat deze strategie het meest aansluit bij het bestaande maaibeleid en de meeste vrijheden geeft

Vervolg proces:

Op hoofdlijnen betekent het nieuwe maaibeleid geen koerswijziging. Wel betekent het dat we een aantal zaken anders moeten gaan doen.

We maaien niet de hele watergang 'kaal', maar laten standaard een gedeelte (25%) van de te maaien vegetatie staan;

Waar mogelijk zullen wij het varend maaionderhoud uitvoeren met knipmessen i.p.v. sleepmessen en zo veel mogelijk zal het afgemaaid (drijvende) maaisel verwijderen uit de watergang;

In KRW-waterlichamen laten we jaarrond één zijde van het natte en droge talud staan;

We hebben meer aandacht voor het sparen van de onderwatervegetatie van de natuurvriendelijke oevers tijdens het reguliere maaionderhoud en we werken volgens uniforme onderhoudspakketten. Wie neemt de uiteindelijke beslissing?:

College van Dijkgraaf en Heemraden omdat het een uitvoering betreft van een eerder algemeen bestuursbesluit. Dit voorstel is eerder gedeeld met de commissie Watersysteem.

Verdere informatie:

Via deze link is dit voorstel te bereiken: https://www.wsrl.nl/binaries/content/assets/wsrl---corporate/common-nlm/beheer--en-onderhoudsplan-watergangen.pdf(externe link)

Portefeuillehouder:
M.H.M. Gremmen

Overigen

De dijkgraaf, J.C. Verdaas, treedt in hoedanigheid van waterschapsbestuurder, toe tot het bestuur van de STOWA.

De STOWA is het kenniscentrum van de regionale waterbeheerders (veelal de waterschappen) in Nederland. STOWA ontwikkelt, vergaart, verspreidt en implementeert toegepaste kennis die de waterbeheerders nodig hebben om de opgaven waar zij in hun werk voor staan, goed uit te voeren. Deze kennis kan liggen op toegepast technisch, natuurwetenschappelijk, bestuurlijk-juridisch of sociaalwetenschappelijk gebied.

Dit zijn de besluiten van het CDH van 16 juli 2019. Het is een vertaling van de besluiten en heeft geen formele status. Deze versie wordt ook al verspreid voordat het verslag van de vergadering in een volgende vergadering wordt vastgesteld. Dat doen we om zo snel en duidelijk mogelijk actief te communiceren. U kunt dus aan deze versie geen rechten ontlenen. Wilt u meer weten over de besluiten, dan kunt u contact opnemen met het waterschap. Het Bestuurssecretariaat kan u daarbij verder helpen. Bel met 0344-649090 en vraag naar een van de medewerkers van het bestuurssecretariaat.