In 1672 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden van vier kanten aangevallen door de Engelsen, Fransen en twee Duitse bisdommen. In dit Rampjaar speelde water een hoofdrol in de ontwikkelingen.

In drie verhalen kijken we terug op de rol van het water bij de Franse inval in de Betuwe, bij de inzet van de waterlinie rond Gorinchem en bij strijd aan de Lek. Nog altijd zijn sporen te vinden in het dagelijks werk van Waterschap Rivierenland.

  • 27 november 1672: aanval op Ameide

    In de Hollandse Waterlinie kun je alleen doordringen via de rivierdijken. Op 27 november proberen de Fransen dat over de Lekdijk. Ameide moet het ontgelden.

  • 19 juni 1672: op het nippertje onder water

    Om de Franse opmars te stuiten, doen de Hollanders in juni 1672 iets dat volstrekt tegen hun natuur in gaat: ze steken de dijken door en zetten hun land onder water. Op 19 juni is de linie gereed. Het gaat niet zonder slag of stoot.

  • 12 juni 1672: inval in de Betuwe

    De Rijn die de Fransen oversteken, is de Oude Rijn tussen Lobith en Elten. Dit is het meest oostelijke punt van de Overbetuwe, het Pannerdensch Kanaal is er nog niet. En strategisch slim gekozen.