In de vergadering van 1 oktober 2019 zijn onder meer de volgende besluiten genomen.

Voorstel: Besluitvorming Uitbesteding Generieke IT-Infrastructuur en het beheer op de Generieke IT-Infrastructuur aan een marktleverancier.

Besluit: het uitbesteden van Generieke IT-Infrastructuur en het beheer op de Generieke IT-Infrastructuur aan een marktleverancier.

Context: Waterschap Rivierenland bereidt zich voor op de uitdagingen die de digitalisering met zich meebrengt. Zo raken bedrijfsprocessen steeds meer verweven met geautomatiseerde oplossingen, worden er steeds meer eisen gesteld aan digitalisering vanuit wet en regelgeving (denk hierbij bijvoorbeeld aan de Omgevingswet), komen de ontwikkelingen op het gebied van IT steeds sneller op ons af en moeten we resoluut bestand zijn tegen alle kwetsbaarheden die de continuïteit van onze bedrijfsvoering in gevaar brengt.

Wie neemt het uiteindelijke besluit: Dit is een bevoegdheid van de Directieraad maar is vanwege de impact voorgelegd aan het College van Dijkgraaf en Heemraden

Portefeuillehouder: G. den Hartog
 

Voorstel: Samenwerkingsovereenkomst Warmteonttrekking uit oppervlaktewater t.b.v. duurzame energievoorziening in de wijk Vredenburg (Arnhem)

Besluit: ingestemd met de 'Samenwerkingsovereenkomst Warmteonttrekking uit oppervlaktewater t.b.v. duurzame energievoorziening in de wijk Vredenburg (Arnhem)', en portefeuillehouder Gremmen te mandateren de overeenkomst namens WSRL te ondertekenen.

Context: Op 9 februari 2018 is een Intentieovereenkomst ondertekend om de haalbaarheid van een warmtekoudesysteem in de wijk Vredenburg (Arnhem) te onderzoeken. De Intentieovereenkomst is ondertekend door WSRL (heemraad Gremmen), energiebedrijf ENGIE, energienetwerkbedrijf Alliander DGO (inmiddels Firan geheten), adviesbureau IF Technology, Rijksvastgoedbedrijf (kantoor Belastingdienst), Rijsterborch Vastgoed (kantoor Rijnpoort) en woningcorporatie Portaal (later aangesloten). WSRL heeft de Intentieovereenkomst ondertekend omdat het water dat met het aanvoergemaal Vredenburg wordt opgepompt als warmtebron kan fungeren om de warmtekoudeopslag (WKO) van het systeem te regenereren. Het aanvoergemaal gemaal Vredenburg, dat water naar de wijk Malburgen oppompt, is aan vervanging toe.

Dit sluit goed aan op het bestuursakkoord 'Door water verbonden' (2019-2013)

De warmteonttrekking uit het oppervlaktewater wordt binnen WSRL bezien vanuit de vervangingsopgave voor het gemaal. Dit betekent dat het onderwerp valt binnen het takenpakket Watersysteem, onderdeel Onderhoud.

Wie neemt het uiteindelijke besluit: College van Dijkgraaf en Heemraden

Portefeuillehouder: M. Gremmen

Voorstel: Vaststellen besluit tot wijziging legger wateren 2019

Besluit: 1.ingestemd met de reactie op de ingediende zienswijzen zoals opgenomen in de bijgevoegde inspraaknota.

2.   De reguliere leggerwijzigingen 2019 aan de waterstaatkundige infrastructuur, verspreid gelegen in het beheergebied van Waterschap Rivierenland, vast te stellen (conform bijgevoegd besluit) en ter inzage leggen.

Context: Het gaat om circa 5.000 wijzigingen aan de waterstaatkundige infrastructuur, verspreid gelegen in het beheergebied, vast te stellen in de Legger Wateren en ter inzage te leggen. Het gaat hier om de leggerwijzigingen, die in het kader van uw ontwerpbesluit op 25 juni 2019 met kenmerk 2019066169 ter inzage hebben gelegen en betreffen met name wijzigingen die het gevolg zijn van o.a. vergunningen en meldingen op grond van de keur alsmede de door het waterschap zelf uitgevoerde projecten.

Waterschap Rivierenland is namelijk wettelijk verplicht een legger wateren te hebben en deze actueel te houden. De legger bevat informatie over de ligging en de afmetingen van de waterstaatswerken alsmede informatie over de onderhoudsplicht. Wanneer de wijzigingen in de legger zijn opgenomen, zijn de verplichtingen die voortvloeien uit de Keur Waterschap Rivierenland 2014 van toepassing op de watergangen en de situaties, zoals die in de (gewijzigde) legger staan. De nieuwe/ gewijzigde waterstaatswerken kunnen dan ook pas publiekrechtelijk worden beschermd.

In totaal zijn er 7 zienswijzen ingediend bestaande uit totaal 58 opmerkingen. Het gaat daarbij om de aanwijzing van de onderhoudsplicht van kunstwerken en de bepaling van de status van wateren in de stroomgebieden waar ook meeste wijzigingen in de legger zijn verwerkt. Een aantal van deze zienswijzen kan, als gevolg van nadere informatie en geactualiseerde gegevens, worden gehonoreerd en verwerkt in de definitieve legger.

Alle ingediende zienswijzen zijn afzonderlijk behandeld en voorzien van een antwoord.

Wie neemt het uiteindelijke besluit: College van Dijkgraaf en Heemraden

Portefeuillehouder: M. Gremmen

Voorstel: 'Meekoppelen bij dijk- en kadeversterking'

Besluit: 1.            De beleidsnota 'Meekoppelen bij dijk- en kadeversterking' vast te stellen.

2.            De beleidsnota 'Meekoppelen bij dijkversterking: kansen bieden voor de ruimtelijke omgeving' uit 2016 (nr. 201614469) in te trekken.

Context: Het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland heeft op 25 november 2016 het beleid 'Meekoppelen bij dijkversterking' vastgesteld. Sinds de vaststelling van het beleid zijn ervaringen opgedaan met de werkwijze in de praktijk, bijvoorbeeld bij het project Waalfront in Nijmegen. Daarnaast werkt Waterschap Rivierenland in de geest van de nieuwe Omgevingswet en is in het voorjaar van 2019 een nieuw bestuursakkoord gepresenteerd. In het bestuursakkoord 2019-2023 is opgenomen dat we samen met partners werken aan gebiedsontwikkeling en meekoppelkansen willen verzilveren, maar wel binnen duidelijke (financiële) kaders, met een heldere rolverdeling en vanuit een Watervisie voor de lange termijn. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot de wens om het beleid te actualiseren. Naast een wijziging van de tekstuele structuur verschilt de nieuwe beleidsnota op de volgende inhoudelijke onderdelen van de versie uit 2016:

-      het beleid is dusdanig aangepast dat deze ook geldt voor de regionale keringen en daarmee het Gebiedsprogramma A5H. Voorheen was het beleid alleen van toepassing voor primaire keringen en het programma HWBP. De verwachting is dat de omvang en aard van de ruimtelijke ontwikkelingen die aan regionale keringen gekoppeld worden, over het algemeen beperkter zullen zijn dan bij primaire keringen. Bij regionale keringen zullen de ruimtelijke ontwikkelingen met name een lokaal maatschappelijk belang kennen en bij primaire keringen kunnen de ruimtelijke ontwikkelingen niet alleen een lokaal, maar ook een regionaal maatschappelijk belang kennen;

-      of een ruimtelijke ontwikkeling aan de dijk een aantoonbaar maatschappelijk belang kent maakt sterker onderdeel uit van de afwegingen en uitgangspunten. Daarnaast is de definitie van maatschappelijk belang aangescherpt;

-      of de initiatiefnemer van een ruimtelijke ontwikkeling bereid is tot medefinanciering maakt sterker onderdeel uit van de afwegingen en uitgangspunten. Meekoppelen betekent niet alleen meedoen, maar ook meebetalen;

-      in het beleid is ruimte opgenomen om ook bij keringen waarvan de waterveiligheidsopgave nog niet bekend is, het koppelen van een ruimtelijke ontwikkeling aan een dijkversterking mogelijk te maken. Hiervoor is het voorstel om op basis van huidige kennis en inzichten een inschatting te maken van de verwachte waterveiligheidsopgave of de scope van de trajecten. Dit biedt meer ruimte om bereidwillig te zijn ten opzichte van initiatieven van derden, conform de Omgevingswet. Daarnaast biedt dit het voordeel dat de planning van de beoordeling van de dijken in stand blijft;

-      het beleid kent meer bestuurlijke afwegingsruimte. Bij nog niet geprogrammeerde dijkversterkingstrajecten (categorie 3) zal het CDH een besluit moeten nemen of het waterschap bereid is de versterkingskosten voor te financieren en capaciteit beschikbaar te stellen. Dit geldt ook voor dijktrajecten waarvan de waterveiligheidsopgave nog niet bekend is, maar wel wordt verwacht op basis van een inschatting (categorie 4).

Wie neemt het uiteindelijke besluit: Algemeen Bestuur

Portefeuillehouder: mw. H. Roorda

Voorstel: Vervolgonderzoek stedelijk waterbeheer Rekenkamercommissie

Besluit: een bestuurlijke reactie op het Vervolgonderzoek stedelijk waterbeheer aan te bieden aan de Rekenkamercommissie.

Context: Het college van Dijkgraaf en Heemraden heeft kennis genomen van het onderzoek van de Rekenkamer naar het stedelijk waterbeheer bij ons waterschap en herkent het geschetste beeld. Het college constateert dat het waterschap de afgelopen decennia veel heeft bereikt in het stedelijk gebied. Het waterschap heeft een stevige positie verkregen in het stedelijk waterbeheer, zowel via de waterplannen als de watertoets. De samenwerking met de gemeenten verloopt in zijn algemeenheid erg goed, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Tot en met 2018 is 96% van de maatregelen van de stedelijke waterplannen uitgevoerd en is 70% van de kosten uitgegeven.

Het college onderschrijft op hoofdlijnen de conclusies van het onderzoek van de Rekenkamer. Deze conclusies zullen ter harte worden genomen bij het opstellen van het nieuwe Waterbeheerprogramma 2022-2027 en bij de uitvoering van het lopende werk aan stedelijk water.

Wie neemt het uiteindelijke besluit: College van Dijkgraaf en Heemraden

Portefeuillehouder: H. Driessen

Voorstel: Standpuntbepaling ten aanzien van deelname aan het klimaatakkoord tijdens besluitvorming in de ledenvergadering van de UvW d.d. 11 oktober 2019

Besluit: 1) standpunt in te nemen dat de Dijkgraaf tijdens de Ledenvergadering van de UvW op 11 oktober het standpunt zal uitdragen om in te stemmen met het voorstel dat de Unie van Waterschappen:

-     De urgentie van het klimaatprobleem onderkent en bereid is deze urgentie uit te dragen.

-     Zich samen met de achterban zal inzetten voor het centrale doel van het klimaatakkoord: 49% reductie van broeikasgassen in 2030, ten opzichte van 1990.

-     Zich committeert aan de uitvoering van afspraken waarbij de organisatie direct betrokken is.

2)  om de leden van de adviescommissies van het AB via een themabijeenkomst te informeren over het klimaatakkoord.

3)  Dit stuk te agenderen voor het overleg fractievoorzitters/dijkgraaf op 7 oktober 2019.

Context: Het doel van is om een standpunt te bepalen dat in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen wordt uitgedragen. Het betreft een standpunt om in de ledenvergadering van 11 oktober een besluit te nemen om de Unie van Waterschappen te laten instemmen met het Klimaatakkoord zoals dat op 28 juni jl. door het kabinet is aangeboden aan de Tweede Kamer.

Het klimaatakkoord bevat een integrale aanpak waarmee de nationale doelen kunnen worden gehaald. Uitvoering van het totale pakket is in het belang van Nederland en de waterschappen. De Unie van Waterschappen heeft tijdens de onderhandelingen een aantal mooie toezeggingen gekregen. Het is de verwachting dat het klimaatakkoord helpt bij het realiseren van de klimaat(mitigatie)ambities die we ons zelf gesteld hebben (Energieneutraal in 2030, verduurzaming van de mobiliteit, etc.).

Hoewel er in het klimaatakkoord geen doelen of plichten staan die specifiek gelden voor de waterschappen, hebben we wel te maken met diverse maatregelen uit het integrale klimaatakkoord. Op hoofdlijnen wordt van het waterschap verwacht dat ze:

-      De urgentie van het klimaatprobleem onderkent en deze urgentie uitdraagt.

-      Zich inzet voor het centrale doel van het klimaatakkoord: 49% reductie van broeikasgassen in 2030 (ten opzichte van 1990) en 95% in 2050.

-      Zich committeert aan de uitvoering van afspraken waarbij het waterschap direct betrokken is.

Wie neemt het uiteindelijke besluit: College van Dijkgraaf en Heemraden

Portefeuillehouder: H. van ‘t Pad

Voorstel: Actualisatie nota ‘Vissen met Beleid’

Besluit: -              In te stemmen met de geactualiseerde nota 'Vissen met Beleid' en deze in werking te laten treden per 29 november 2019.

-              De nota 'Vissen met Beleid' uit 2010 in te trekken per dezelfde datum.

Context: Waterschap Rivierenland is als waterkwaliteitsbeheerder medeverantwoordelijk voor het realiseren van een ecologisch gezond watersysteem. Een van de indicatoren van de ecologische kwaliteit is de visstand. Om de gewenste visstand te creëren, beheert Waterschap Rivierenland de leefomgeving van de vis. Naast het waterschap kan ook het visserijbeheer (het wegvangen en uitzetten van vis) dat sport- en beroepsvissers uitvoeren, de visstand beïnvloeden. Voor het bereiken van een goede visstand zijn de visserijpartners van cruciaal belang. Andersom zijn de visserijpartners voor het uitoefenen van de visserij en voor de visstand afhankelijk van het waterschap. Deze wederzijdse afhankelijkheid vraagt om een goede samenwerking van waterschap en visserijpartners op het gebied van visstand- en visserijbeheer. Ons visbeleid geeft hier richting aan.

De Commissie Watersysteem heeft gevraagd om het visbeleid te actualiseren. Aanleiding was het vaststellen van het Eigendommenbeleid waarin de sportvisserij niet meer werd aangemerkt als recreatief medegebruik. Het vigerende visbeleid dateert uit 2010.

De voorliggende, geactualiseerde beleidsnota kent op hoofdlijnen dezelfde beleidsuitgangspunten als de nota uit 2010 (Vissen met Beleid, Verseonnummer 200942483) maar kent enkele aanpassingen en aanscherpingen. Het beleid is aangepast aan de huidige manier van werken. Tevens zijn de conse­quenties van de nieuwste regelgeving en interne beleidsveranderingen meegenomen. Hiermee ligt er een actuele nota over het visstand- en visserijbeheer, conform de (inter)nationale kaders.

Wie neemt het uiteindelijke besluit: Algemeen Bestuur.

Portefeuillehouder: M. Gremmen

Voorstel: Verkoop 4 bouwkavels project KIS

Besluit: Besluit tot verkoop en levering van 4 bouwkavels aan de Lekdijk in Nieuw-Lekkerland ten behoeve van het project Kinderdijk-Schoonhovenseveer (KIS) aan een project­ont­wikkelaar.

Context: In het project KIS zijn een aantal woningen gesloopt waarvan de bewoners besloten hebben niet terug te bouwen. De aannemer heeft inmiddels op die percelen een berm aangebracht.

WSRL is derhalve eigenaar van 11 percelen waar (nog steeds) een bouwtitel op zit. Het merendeel van de bouwkavels wordt via een plaatselijke makelaar te koop aangeboden. De opbrengst komt ten goede van het project KIS.  

Het HWBP heeft formeel toestemming verleend voor de verkoop van de bouwkavels

Wie neemt het uiteindelijke besluit: College van Dijkgraaf en Heemraden.

Portefeuillehouder: G. den Hartog

Dit zijn enkele besluiten van het CDH van 1 oktober 2019. Het is een vertaling van de besluiten en heeft geen formele status. Deze versie wordt ook al verspreid voordat het verslag van de vergadering in een volgende vergadering wordt vastgesteld. Dat doen we om zo snel en duidelijk mogelijk actief te communiceren. U kunt dus aan deze versie geen rechten ontlenen. Wilt u meer weten over de besluiten, dan kunt u contact opnemen met het waterschap. Het Bestuurssecretariaat kan u daarbij verder helpen. Bel met 0344-649090 en vraag naar een van de medewerkers van het bestuurssecretariaat.