De strijd tegen het water van 1273 is 750 jaar later een strijd om het water. De leenheer werd verruild voor democratie. Het water krijgt de ruimte. In al die eeuwen aan waterschapsbestuur veranderde alles, behalve het water en onze praktische aanpak. En dat is meteen de kracht van Waterschap Rivierenland.

Het is graaf Floris V van Holland die op 12 februari 1273 voor het eerst een waterschapsbestuur vastlegt in het huidige werkgebied van Waterschap Rivierenland. Het is ook de eerste vermelding van de legendarische Grote Waard, die later verloren zou gaan in de beruchte Sint Elisabethsvloed van 1421. Wat in ons werkgebied resteert, zijn de Biesbosch en het Land van Heusden en Altena.

Water wijst nog steeds de weg

“Water is nog steeds de constante factor, ook in het rivierengebied van nu en de toekomst”, zegt dijkgraaf Co Verdaas. Ingrepen die Floris zich amper kon voorstellen, werden waarheid: we verlegden riviermondingen, damden zeearmen af, temden rivieren en legden meren droog. Maar ook bij de nieuwe uitdagingen van klimaatverandering en uitputting van de planeet kon Floris zich amper iets voorstellen: zeespiegelstijging, extreme droogte en hoosbuien, bodemdaling, waterkwaliteit en biodiversiteit onder druk, immense druk op de beschikbare ruimte.

Strijd tegen water werd strijd om water

Verdaas concludeert: “We staan op de schouders van onze voorgangers. Zo’n jubileum is alleen weggelegd voor instituties die wars zijn van de waan van de dag, maar ook de kunst verstaan om zich aan de passen aan veranderende omstandigheden.” Van wind, via stoom en diesel naar elektriciteit. Van graszoden en steen via beton naar damwanden. Van perkament en typmachine tot high tech data. Van Spaanse, Franse en Duitse heerschappij tot eigen gezag. Van leenheren via regenten naar democratie. Van inpolderen naar ontpolderen. Van water afvoeren naar water vasthouden. Van dammen en stuwen naar vispassages en waterbergingen. Van strijd tegen het water naar strijd om het water.

De centrale regiekamer van watersysteem en zuivering in Tiel.

Geplaagd en kansrijk gebied

Het werkgebied van Waterschap Rivierenland strekt zich nu uit van Biesbosch tot Duitse grens, tussen Maas en Neder-Rijn. Van de Grote Waard resteert nu nog Altena. Graaf Floris organiseerde ook het waterschapsbestuur in de Alblasserwaard, was betrokken bij het begin van de Vijfheerenlanden. Zijn Gelderse buren organiseerden het waterbeheer in Betuwe, Bommelerwaard, Ooij, Land van Maas en Waal. Het zouden lang gebieden blijven met een sterke agrarische identiteit, elke eeuw geplaagd door watersnood of oorlogsvoering. Maar ook gebieden die de laatste eeuwen snel ontwikkelden met steden, industrie, infrastructuur en toerisme.

Waaldijk bij hoogwater.

Praktische aanpak bij bodem en water

Voor dijkgraaf Verdaas was en is de praktische aanpak de kracht van het waterschap. “Met kennis van het gebied en de regionale kenmerken. We zijn een overheid met een indrukwekkende uitvoeringskracht. Wij bouwen nog steeds de dijk, wij graven nog steeds de sloot.” De zorg voor wegen (in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden) en rioolwaterzuivering kwam erbij. “Onze kennis en inzet zijn van belang voor de gehele samenleving, zo goed georganiseerd dat bewoners er vaak geen omkijken naar hebben. We beheren nog steeds cruciale infrastructuur voor Nederland: de meeste rivierdijken, belangrijke aanvoerroutes van water, verbindende ecologische lijnen in het land. Dat belang neemt alleen maar toe, als we water en bodem leidend maken in hoe we ons land inrichten. Wij weten waar het snel nat of droog is, we sturen het water al eeuwen, we kennen de bodem en natuur. Daar kunnen we Nederland nog eeuwen mee van dienst zijn.”

Lees over onze aanpak in het Waterbeheerprogramma 2022-2027.